5.6 Elektrische aansluiting
5.6.1 Voeding
Het apparaat mag in een TN / TT net worden aangesloten.
Het apparaat mag alleen onder de volgende voorwaarden
in een IT net worden aangesloten.
De aansluiting in een 230 / 400 V IT-net is niet toege-
staan.
De aansluiting in een IT net met 230 V externe gelei-
derspanning via een aardlekschakelaar is toegestaan,
mits de maximale aanraakspanning bij de eerste sto-
ring niet hoger is dan 50 V AC.
1
2
Afb.: 7. Aansluiting voedingsspanning
f Voedingsleiding demonteren
f Aders (1) 10 mm strippen.
f Aders overeenkomstig het opschrift op de klemmen op
de aansluitklemmen (2) aansluiten.
Driefasig bedrijf: aansluitklemmen L1, L2, L3, N en PE
gebruiken.
Eenfasig bedrijf: aansluitklemmen L1, N en PE gebrui-
ken.
f Aansluitgegevens van de klemmenstrook in acht
nemen.
Î "4. Technische gegevens"
14
Bij het plaatsen van de toevoerleiding toegesta-
ne buigradius aanhouden.
f Controleer of de afzonderlijke aders correct zijn aange-
sloten en de schroeven vast zijn aangedraaid.
5.6.2 Extern schakelcontact
T
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schok door niet veilige schei-
ding
Wanneer het externe schakelcontact niet veilig van de
actieve elektrische bedrijfsmiddelen is gescheiden, kun-
nen aanraakbare delen onder spanning staan. Daardoor
kunnen personen door een elektrische schok ernstig
gewond of gedood worden.
f Extern schakelcontact veilig gescheiden van de actieve
elektrische bedrijfsmiddelen leggen en aansluiten, bijv.
door het leggen van een separate ommantelde leiding
(NYM).
Afb.: 8. Aansluiting extern schakelcontact
f Leiding strippen.
f Aders 10 mm strippen.
f Aders overeenkomstig het opschrift op de klemmen op
de aansluitklemmen aansluiten.
Daarvoor de aansluitklemmen 1 en 2 gebruiken.