B. Een luchtgekoelde toorts aansluiten met een kabel uit twee delen
Toorts zonder gasklep
Toorts met gasklep
C. Een luchtgekoelde toorts aansluiten op een doorstroomtype aansluiting
Toorts zonder gasklep
4
6
7
8
4
-
9
6
7
2
1
4
6
7
2
3
1
5
803 314
2
3
5
803 664-A
3
5
Benodigde gereedschappen:
5/8, 7/8 inch
!
Zet de lasstroombron uit vóór
u de toorts installeert.
.
Installeer
een
hoogfrequent
apparaat indien van toepassing.
Zorg voor de aanwezigheid van de
volgende slang:
1
Gasslang met 5/8-18 rechter
fittingen
Aansluitingen
2
Gasontspanner/stroommeter
3
Gascilinder
4
Lasstroombron
5
Toorts Gas-naar binnen slang
6
Toortsstroomkabel
7
Werkstukklem
Sluit de werkstukklem aan op een
schone,
verfvrije
plaats
op
werkstuk, vlakbij het lasgebied.
Maak het gebied voor de lasverbinding
schoon met een draadborstel.
8
Voetbediening
9
Gasklep
De klep regelt de voorstroom en
de natroom van het gas. Open de klep
op de toorts vlak voor het lassen.
Voorstroom wordt gebruikt om de
directe atmosferische omgeving van
de las te zuiveren.
Nastroom wordt gebruikt om het
wolfraam en de las te koelen en om
besmetting van het wolfraam en de las
te voorkomen. Laat na het lassen de
klep ongeveer 1 seconde open voor elke
10 ampère lasstroom. Sluit de klep op
de toorts na beëindiging van de
nastroom.
Benodigde gereedschappen:
5/8, 7/8 inch
!
Zet de lasstroombron uit vóór
u de toorts installeert.
.
Installeer
een
hoogfrequent
apparaat indien van toepassing.
Zorg voor de aanwezigheid van
de volgende slang:
1
Gasslang met 5/8-18 rechter
fittingen
Aansluitingen
2
Gasontspanner/stroommeter
3
Gascilinder
4
Lasstroombron
5
Gasklep
Bevindt zich aan de achterkant van
de machine.
6
Toortskabel uit één stuk
7
Werkstukklem
Sluit de werkstukklem aan op een
schone,
verfvrije
plaats
op
werkstuk, vlakbij het lasgebied.
Maak het metaal in het gebied voor
de lasverbinding schoon met een
draadborstel
804 330-A
OM-251 981 pagina 7
het
het