034-11403_1.0_24.08.2017
Sluit de netstekker van de oplader aan op een
normale geaarde contactdoos.
Aansluitwaarden
Steek de laadkabel in de laadaansluiting van de
accu.
Het laden start automatisch.
Tijdens het laden geven de bedrijfs- en
laadtoestandweergave de laadtoestand aan. Bij
ingeschakeld aandrijfsysteem wordt het laden op
het display weergegeven.
Het laden is voltooid wanneer de LED's van de
bedrijfs- en laadtoestandweergave uitgaan.
Brand- en explosiegevaar door beschadigde
VOORZICHTIG
!
accu. Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De restspanning kan
kortsluiting veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen. Houd afstand wanneer een accu vervormt
of begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op met de
brandweer. Blus een beschadigde accu niet met water
en laat deze nooit met water in contact komen.
Wanneer tijdens het laden een storing
OPMERKING
optreedt, wordt een systeemmelding weergegeven.
Neem onmiddellijk de oplader en de accu buiten
bedrijf en volg de aanwijzingen
[
Hoofdstuk 8.5.5, pagina 97].
Gebruik
230 V, 50 Hz
71