2. Het loodpunt en de verticale lijn controleren
1. Zet het "lood" op de muur ongeveer 3 meter boven de vloer.
2. Plaats de laser op 3 tot 5 meter afstand van de muur.
3. Pas de stand zodanig aan dat de bel in de waterpas in het midden van de rode cirkel
komt te staan.
4. Stel de laserstraalstand in op "verticale lijn" of "2-verticale lijn".
5. Draai de lijnlaser en observeer het loodpunt op het plafond.
Het resultaat is normaal als het loodpunt alleen binnen de breedte van de laserlijn
beweegt.
6. Draai de lijnlaser horizontaal en lijn de verticale laserlijn uit met het "loodtouw".
De uitlijning kan worden afgesteld met de fijnafstelknop voor rotatie.
Het resultaat is normaal als de verticale laserlijn en het "loodtouw" op een lijn staan.
21 NEDERLANDS