Divar 2 | Gebruiksaanwijzing | Triggers en alarmen
Triggers en alarmen
Verschillende typen gebeurtenissen kunnen de werking van het apparaat
beïnvloeden. Bij deze gebeurtenissen kan het gaan om:
•
Een alarmsignaal dat via één van de alarmingangen het apparaat
binnenkomt.
•
Een bewegingsdetectiesignaal van een camera.
•
Beeldverlies bij één van de camera's.
•
Een interne waarschuwing van het apparaat zelf.
De manier waarop het apparaat reageert op gebeurtenissen is afhankelijk van de
wijze waarop het is geprogrammeerd.
Een gebeurtenis leidt tot een trigger of een alarm. Een trigger kan de manier
beïnvloeden waarop het apparaat werkt, maar vereist geen reactie van de
gebruiker. Een alarm kan eveneens de manier wijzigen waarop het apparaat
werkt, maar activeert daarnaast gewoonlijk ook nog een aantal verschillende
indicatoren en vereist dat de gebruiker de alarmsituatie bevestigt.
Het apparaat kan op één van de volgende manieren reageren op een
gebeurtenissen:
Alarmen
•
Er klinkt een alarmtoon
•
Er verschijnt een statusbericht
•
Er wordt een alarmpictogram weergegeven
•
Het kader rond een deelscherm kan van kleur veranderen
•
De alarmindicator
,
of
•
De indicator
knippert
•
Er wordt een uitvoerrelais geactiveerd
Bosch Security Systems
knippert
Alarmen en triggers
•
De weergavemodi op de monitoren veranderen
•
Een bestuurbare camera wordt verplaatst naar een vooraf gedefinieerde
positie.
•
De opnamesnelheid wijzigt
•
Het apparaat wijzigt zijn werkwijze aan de hand van vooraf gedefinieerde
profielen.
Gebeurtenissen op de achtergrond
Triggers en alarmen kunnen veranderingen aanbrengen in achtergrondtaken
zonder dat u, als gebruiker, daar iets van merkt. Reacties van het apparaat die
niet zichtbaar zijn voor de gebruiker zijn, bijvoorbeeld aanpassing van de
opnamesnelheid, activering van het uitgangsrelais en registratie van de
gebeurtenis. Een trigger kan de manier veranderen waarop de camerabeelden
worden weergegeven op de monitoren zonder dat u hoeft in te grijpen.
NL | 18