Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leidingen; (Zee)Watersysteem - TCF Marine 10 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Leidingen

Een goede luchtstroom is cruciaal voor de prestaties van het hele systeem. Het is sterk afhankelijk van
de kwaliteit van de (lucht)leiding installatie. De slangen dienen zo recht en strak mogelijk gemonteerd
te worden, met zo min mogelijk 90º bochten. (Twee 90º bochten kunnen de luchtstroom met 25%
verminderen). Als een overgangsstuk wordt gebruikt, dient het totale oppervlak van de luchttoevoer
die het overgangsstuk verlaten, minimaal gelijk te zijn aan de oppervlakte van het toevoerkanaal dat
het overgangsstuk binnenkomt.
Alle leidingen en slangen dienen:
• Voor iedere afmeting de juist toepassing te hebben;
• Zo soepel en strak mogelijk te lopen;
• Zo min mogelijk bochten of lussen te hebben;
• Veilig te zijn vastgemaakt om doorzakken tijdens het varen te voorkomen;
• Niet te worden afgevlakt of geknikt;
• Geïsoleerd te zijn, indien geplaatst in gebieden met hoge warmtebelasting
(rompzijde, mechanische compartimenten enz.);
• Goed beschermd te zijn tegen mogelijke schade bij plaatsing door open ruimtes;
• Niet door de machinekamer of enig gebied waar ze kunnen worden blootgesteld
aan gevaarlijke dampen of uitlaatgassen te lopen.

(Zee)watersysteem

Bij de installatie van het (zee)watersysteem dienen verschillende richtlijnen gevolgd te worden. Als
de circulatiepomp centrifugaal is, en niet zelf aanzuigend, dient hij zo te worden gemonteerd dat
hij zich altijd ten minste 30 centimeter onder de waterlijn bevindt. De pomp kan zowel horizontaal
als verticaal worden gemonteerd. Hieronder volgt een samenvatting van de installatie van het
(zee)watersysteem:
1. Installeer de huiddoorvoeren van de waterschep zo dicht mogelijk bij de kiel en zo ver
mogelijk onder de waterlijn, naar voren gericht. Doe dit met watervaste kit, ontworpen voor
onderwater gebruik.
2. Installeer een bronzen of roestvrijstalen buitenboordkraan op de huiddoorvoeren van de (zee)
waterschep; Indien regelmatig op zout water wordt gevaren gebruik dan bij voorkeur een
bronzen of CR-Messing waterschep.
3. Installeer een (zee)waterzeef onder het niveau van de pomp met toegang tot het filter om dat te
kunnen vervangen;
4. Monteer de pomp boven het filter en minstens 30cm onder de waterlijn;
5. Sluit de buitenboordkraan en het filter aan met een omhooglopende versterkte slang van
maritieme kwaliteit.
6. Sluit de afvoer van de pomp naar boven aan op de onderste ingang van de
condensorbatterij van de AC-unit met een 5/8" versterkte slang van maritieme kwaliteit.
7. Vermijd lussen, hoge punten of het gebruik van 90º bochten met de (zee)waterslang.(Elk 90º
bochtstuk is gelijk aan 2,5' (0,762M) slang en een 90º bocht op de
pompuitlaat is gelijk aan 20' (61M) slang.
8. Klem alle slangverbindingen dubbel met twee roestvrijstalen klemmen, waarbij u de klemmen
omkeert.
9. Gebruik afdichtingstape op alle schroefdraadverbindingen.
10. Sluit alle metalen onderdelen die in contact komen met (zee)water aan op het
verbindingssysteem van het vaartuig, inclusief het inlaatrooster, filter, pomp en de
airconditioner.
© TCF Marine
TCF MARINE /
MARINE SELF-CONTAINED DX AC SYSTEMEN INSTALLATIE
www.tcfmarine.com
9
info@tcfmarine.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Marine 16

Inhoudsopgave