6.1
Onderhoud en service
WAARSCHUWING: Alvorens onderhoudswerkzaamheden aan het toestel uit te voeren, moet u
zich ervan vergewissen dat u de elektrische stroomvoorziening hebt losgekoppeld.
Reiniging
De behuizing van de warmtepomp moet met een vochtige doek gereinigd worden. Het gebruik van
detergenten of andere huishoudelijke produkten kan het oppervlak van de behuizing beschadigen en de
eigenschappen ervan aantasten.
De verdamper aan de achterkant van de warmtepomp moet zorgvuldig schoongemaakt worden met een
stofzuiger en een zacht borstelhulpstuk.
Jaarlijks onderhoud
De volgende handelingen moeten ten minste eenmaal per jaar door een gekwalificeerd persoon worden
verricht.
Veiligheidscontroles uitvoeren.
✔
De integriteit van de elektrische bedrading controleren.
✔
De aardverbindingen controleren.
✔
De stand van de drukmeter en de aanwezigheid van koelmiddel controleren.
✔
6.2
Opslag tijdens de winter
In de wintermaanden, wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 3°C, moet een uitgeschakelde
warmtepomp winterklaar gemaakt worden om vorstschade te voorkomen.
Winterklaar maken in 4 stappen
WAARSCHUWING
SCHAKEL DE STROOMVOORZIENING
UIT
Als een circulatiepomp servogestuurd wordt door de warmtepomp, moet u die ook laten
leeglopen.
6. Onderhoud en service
Stap 1
Koppel de warmtepomp los
van de stroomvoorziening.
Stap 3
Schroef de afvoerstop en
de waterleidingen los, om
eventueel water uit de
warmtepomp te laten lopen.
33
Stap 2
Open de by-pass-klep. Sluit
de inlaat- en -uitlaatklep-
pen.
Stap 4
Schroef de afvoerstop
en de leidingen terug of
blokkeer ze met doeken,
om te voorkomen dat er
vreemde voorwerpen in het
circuit terechtkomen.
Bescherm ten slotte de
pomp met de hoes voor de
winteropslag.