•
Minimale aanbevolen afstand. Om Wi-Fi-interferentie te verminderen, dient u minimaal 2
meter ruimte te laten tussen uw schijnwerper en eventuele Arlo-camera's die u installeert.
De volgende materialen kunnen de sterkte van het Wi-Fi-signaal verminderen als ze zich
tussen Wi-Fi-apparaten bevinden:
•
Ongewoon dikke muren en plafonds
•
Baksteen
•
Beton
•
Steen
•
Keramiek
•
Glas, vooral spiegels
•
Metaal
•
Grote hoeveelheden water, zoals het water in een aquarium of boiler
Uw mobiele apparaat verbinden met een 2,4
GHz Wi-Fi-netwerk tijdens de installatie
Als u de schijnwerper rechtstreeks aansluit op het Wi-Fi-netwerk van uw router, dient u te
weten dat uw mobiele apparaat tijdens de installatie verbinding moet maken met hetzelfde
Wi-Fi-netwerk als de schijnwerper.
Uw schijnwerper maakt alleen verbinding met een 2,4 GHz Wi-Fi-netwerk. Veel routers zenden
Wi-Fi-netwerken uit in zowel de 2,4 GHz- als de 5 GHz-band, zodat uw telefoon mogelijk
verbinding maakt met de 5 GHz Wi-Fi-band. Sluit tijdens de installatie uw telefoon aan op
het 2,4 GHz Wi-Fi-netwerk en verbind vervolgens uw Pro 3-camera met schijnwerper met
hetzelfde 2,4 GHz Wi-Fi-netwerk.
Uw naam en wachtwoord voor het 2,4 GHz Wi-Fi-netwerk zoeken
Uw telefoon kan meestal verbinding maken met uw 5 GHz Wi-Fi-netwerk. Als u niet zeker weet
hoe u het 2,4 GHz Wi-Fi-netwerk kunt vinden:
•
Kijk op het label van uw Wi-Fi-router.
Veel routers hebben een label met de Wi-Fi-netwerknaam, ook wel SSID genoemd. Uw 2,4
GHz-netwerknaam kan aan het einde een 2, 2,4 of 2G hebben. Uw 5 GHz-netwerknaam
heeft mogelijk een 5 of 5G aan het einde. Als u de Wi-Fi-instellingen hebt gewijzigd, gaat u
naar de plaats waar u de aangepaste instellingen hebt opgeslagen.
Als uw Wi-Fi-netwerknaam of SSID niet aangeeft of het 2,4 GHz of 5 GHz is, neemt u
•
contact op met uw internetprovider of de persoon die uw Wi-Fi-router heeft ingesteld.
Wi-Fi-instellingen en -verbindingen
Pro 3 Floodlight Camera
21
Gebruikershandleiding