De omvormer gebruiken voor een TV of audio apparaat
De omvormer is afgeschermd en gefilterd om signaalinterferentie te
minimaliseren. Desondanks kan er enige storing optreden in uw televisiebeeld,
vooral bij zwakke signalen. Hieronder volgen enkele suggesties om de
ontvangst te verbeteren. Zorg ervoor dat de televisieantenne een duidelijk
signaal produceert onder normale gebruiksomstandigheden (dat wil zeggen
thuis aangesloten op een standaard 230 volt stopcontact).
Zorg er ook voor dat de antennekabel goed afgeschermd en van goede
kwaliteit is. Probeer de positie van de omvormer, de antennekabels en het
netsnoer van de televisie te veranderen. Gebruik een verlengsnoer tussen de
omvormer en de tv om het netsnoer en de antennekabels van de
12V-voedingsbron te isoleren. Probeer het netsnoer van de televisie en de
voedingskabels die lopen van de 12V-voedingsbron naar de omvormer op te
rollen.
Bevestig een of meerdere "ferriet lijnfilters" op het televisienetsnoer. Ferriet
lijnfilters zijn verkrijgbaar bij de meeste elektronicawinkels. Probeer de
omvormer te aarden met een draad van minimaal (0,75 mm²), met een zo kort
mogelijke lengte.
Beschermende kenmerken
Laag voltage alarm (rode LED op de omvormer)
Deze fase is niet schadelijk voor de omvormer, maar kan de voedingsbron
beschadigen. De omvormer schakelt uit als het ingangsvoltage zakt tot 10,5
volt en tegelijkertijd zal er een alarm klinken. Als er voldoende spanning wordt
geleverd, kan de omvormer vervolgens weer worden ingeschakeld.
Overspanningsbeveiliging (rode LED op de omvormer)
De omvormer schakelt automatisch uit als de ingangsspanning boven de 15,8
± 0,5V DC komt.