3. Koppel de extender los en verplaats deze naar een nieuwe locatie,
ongeveer halverwege tussen de router en de ruimte die een slecht
WiFi-signaal geeft voor de router.
De locatie die u kiest moet zich binnen het bereik van het bestaande
WiFi-routernetwerk bevinden.
4. Sluit de extender aan op een stopcontact en wacht tot het
netvoedingslampje groen gaat branden.
5. Gebruik het routerverbindingslampje op het voorpaneel om u te
helpen een locatie te kiezen waar de verbinding tussen de extender en
de router optimaal is.
6. Als het routerverbindingslampje niet oranje of groen brandt, sluit u de
extender aan op een stopcontact dat zich dichter bij de router bevindt
en probeert u het opnieuw.
Blijf dit doen totdat het routerverbindingslampje oranje of groen gaat
branden.
7. Zoek een nieuw WiFi-uitbreidingsnetwerk en verbind uw computer of
WiFi-apparaat hiermee.
De extender maakt een nieuw WiFi-uitbreidingsnetwerk. De naam van
het nieuwe WiFi-netwerk van de extender is gebaseerd op de naam
van uw bestaande WiFi-netwerk, met _EXT aan het eind van de naam.
7