KNX
Montage- en bedieningshandleiding voor B.E.G. KNX Room-Controller
1. Algemeen gebruik
De B.E.G. Room-Controller, afgekort RCT, is een bedieningseenheid
voor B.E.G. KNX-aanwezigheidsmelders en andere verbruikers. De
aanwezigheidsmelder wordt net als de andere verbruikers met behulp
van een stekkersysteem op de RCT aangesloten. De B.E.G. RCT regelt
en stuurt verschillende functies van één ruimte met behulp van de
KNX-bus.
Met de geïntegreerde DAI/KNX-Gateway kunnen DALI ballasten
rechtstreeks op de RCT aangesloten worden.
De DALI-armaturen in een ruimte worden gedimd en geschakeld op
basis van aanwezigheid. Bovendien kunnen de jaloezieën worden
bediend met een geïntegreerde jaloezieschakelaar. Bovendien is het
mogelijk in de servicestand via twee drukknopingangen het licht en
de jaloezieën handmatig te bedienen. Dit biedt de mogelijkheid ook
zonder ETS de verlichting in te schakelen en aangesloten apparatuur
te bedienen. Op die manier zijn zowel de verlichting als de jaloez-
ieën bij de installatie meteen gebruiksklaar. Na de correcte installatie
zijn de drukknopingangen voor KNX-bediening via de ETS software
programmeerbaar.
2. Applicatieprogramma's
Voor de B.E.G. RCT is momenteel het volgende applicatieprogramma
beschikbaar:
RCT V1.0
Handleiding: zie de applicatiebeschrijving (te downloaden vanaf de
B.E.G.. Homepage)
3. Veiligheidsinstructies
Levensgevaar door elektrische stroom
!
Het apparaat mag uitsluitend door een bevoegde elektroinstal-
!
lateur worden geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld!
De geldende landspecifieke veiligheids- en ongevallenpreven-
!
tievoorschriften evenals de geldende KNX-richtlijnen moeten
worden nageleefd!
Het apparaat is bedoeld voor vaste installatie binnenshuis in
!
droge ruimten.
Bij het aansluiten moet het apparaat spanningsvrij zijn.
!
Open het toestel niet! Defecte toestellen moeten naar de
!
fabrikant terug gestuurd worden.
4. Aansluiten
a)
b)
N
L
L
N
3600W, cosϕ = 1,
M
1800 VA, cosϕ = 0,5
~
230V
DA
DA
N
L'
DALI
max. 45 DALI EB
d)
IP20
BUS
B.E.G.
-
+
-
+
f)
a)
Jaloezie/rolluik
e)
Drukknop voor jaloezie/rolluik
bediening
b)
f) KNX bus aansluiting
Netspanning
c)
Drukknop voor licht
g) Service/KNX
bediening
d) Aansluiting DALI
h)
Programmeerdrukknop
armatuur
Room-Controller RCT
5. B.E.G. KNX Room-Controller monteren en
aansluiten
1.
De B.E.G. KNX Room-Controller bestaat uit een bodemplaat en een
voedingseenheid. Om de koppeling tussen de bodemplaat en de
voeding los te maken, drukt u op de juiste borgklem. Die bevindt zich
aan de zijkant van de Room-Controller.
Trek de voedingseenheid naar achter uit de geleider van de
bodemplaat. In de bodemplaat bevinden zich sleuven. Na het boren
van gaten op de gewenste plaats kan de bodemplaat van de B.E.G.
Room--Controller worden vastgeschroefd. Daarna kan de voeding
eenvoudig in de bodemplaat worden teruggeschoven.
a)
Bodemplaat
b)
RCT box
c)
Boorgaten
d)
Borgklem
2.
De B.E.G. KNX Room-Controller wordt met een kabel op het lichtnet
aangesloten.
Dit mag alleen door een elektroinstallateur worden uitgevo-
!
erd. Zekeringen in de aanvoerleiding moeten spanningsvrij
worden gezet voordat het aansluiten begint.
L
N
c)
KNX-BUS
1
2
L
3
4
L
e)
Code/Art.-No.: 92979
Netspanning:
KNX
Jaloezie / Rolluik:
DALI:
KNX:
Drukknop:
g)
h)
Voor een correcte werking is een B.E.G. KNX
!
melder noodzakelijk
d)
a)
c)
b)
KNX-RCT 92979
DALI-EVG
(Aansluitschema)
Wieland Nr. 92.931.3053.1 zwart
Wieland Nr. 92.954.4053.1 zwart
Wieland Nr. 92.954.4453.0 blauw
Wieland Nr. 93.421.0553.1 groen en
Wieland Nr. 93.422.0553.1 groen
Wieland Nr. 92.932.3853.0 bruin
3.
Sluit de B.E.G. KNX Room-Controller met de juiste kabel linksonder
(groene connector „Bus") aan op de KNX-bus.
!
Let a.u.b. op de juiste positie van de polen (+/-).
4.
De andere apparaten worden met behulp van de juiste kabelstekkers
op de B.E.G. KNX Room-Controller aangesloten. De kleurcodering, de
vorm van de stekker en de poolpositie sluit foute verbindingen uit.
6. In gebruik nemen en programmeren
Met behulp van de schakelaar „Service/KNX" is de B.E.G. KNX
Room-Controller zonder toepassing van de ETS te gebruiken. Als de
schakelaar aan de linkerkant in de stand „Service" staat, werken de
basisfuncties van aangesloten apparatuur ook zonder ETS. Zodra de
apparatuur in de ETS is ingesteld of als de servicemodus niet meer
nodig is, wordt de schakelaar aan de rechterkant in de stand „KNX"
gezet. Dan worden de aangesloten verbruikers door de KNX gepro-
grammeerd bediend.
Een LED toont de gekozen modus:
a) groene LED: KNX-bediening
b) gele LED: servicebediening
c)
Met behulp van de programmeerdrukknop onder de schakelaar
„Service/KNX" kunt u de RCT in de programmeermodus zetten.
De rode programmeer-LED bevestigt die keuze.
KNX
De RCT is geschikt voor alle
B.E.G. KNX-aanwezigheidsmelders.
NL
BUS
B.E.G.
-
+
+
-
a)
KNX
b)
c)