PIN TRIGGERING
Bij deze werking wordt het apparaat geactiveerd door nul volt van de ingangsklemmen 1-12 af te halen of
erop aan te sluiten. Er zijn geen externe pull-up-weerstanden nodig. Dit wordt in het algemeen bereikt via de
digitale uitgangen van een alarmpaneel. Bij het activeren van een ingang op de pin-aansluitingen zal de unit een
alarmconditie signaleren en de relevante meldingen genereren om het via het Gemini Global Platform door te
sturen naar de PAC. Installateurs wordt geadviseerd om bij het beoogde gebruik situaties te vermijden waarbij
de triggersnelheid hoger is dan de snelheid waarmee berichten bij de PAC-ontvanger worden ontvangen.
Figuur 5 - Voorbeeld bekabeling van de ingangen
Controlepaneel
INGANGEN CONFIGUREREN
•
O
m de huidige status van de pin-ingangen op het apparaat te wijzigen door middel van de Self
Learn-functie, houdt u de C-toets gedurende 5 seconden ingedrukt terwijl het paneel zich in
normale modus bevindt. LED 3 knippert tweemaal zodra voltooid.
•
Om een ingang te veranderen van 0V (NC of NO) naar Positief (NC of NO). Verandert u de pin
instelling via My Base onder de menutoets Hardware en gebruik de A+-aansluiting in plaats van RTN.
INDIEN U DE POLARITEIT VAN HET PANEEL NIET KUNT WIJZIGEN EN U GEEN TOEGANG HEBT TOT MY
BASE OF DE WEBSITE, NEEM DAN CONTACT OP MET ONZE TECHNISCHE ONDERSTEUNING.
De algemene ingangen van de DualCom Pro 2 zijn gedefinieerd als SIA-alarmen zonder typeaanduiding voor de
pins 1-12 (uitgezonderd pin 4)
UA/UR8001 tot 8004, 8005 t/m 8012
Voorbeeld: [#123456|NUA8001|AChannel 1 Alarm]
[#123456|NUR8001|AChannel 1 Restore]
OP/CL8004 op standaard productconfiguratie.
Voorbeeld: [#123456|NOP8004|ASystem Set]
[#123456|NCLR8004|ASystem Unset]
7
DualCom Pro 2