Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Transport En Opslag; Bediening - Trotec BZ20M Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Transport en opslag

Let op
Het apparaat kan beschadigd raken als het niet correct
wordt opgeslagen of getransporteerd.
De informatie m.b.t. het transport en de opslag van het
apparaat opvolgen.
Transport
Het apparaat is door de fabrikant zo goed mogelijk verpakt om
het tegen transportschade te beschermen.
Opslag
Houd bij het niet gebruiken van het apparaat rekening met de
volgende opslagcondities:
• droog en tegen vocht en hitte beschermd
• op een plaats die beschermd is tegen stof en direct
zonlicht
• De opslagtemperatuur moet voldoen aan het in hoofdstuk
technische gegevens opgegeven bereik.

Bediening

Houd u bij het plaatsen van het apparaat aan de volgende
aanwijzingen:
• niet blootstellen aan direct zonlicht
• niet direct boven een verwarming plaatsen
• bij voorkeur aan een binnenwand plaatsen, koelere
buitenwanden vermijden
3
Tips en aanwijzingen m.b.t. luchtvochtigheid in
woonruimtes
Algemeen:
In medische studies van de afgelopen jaren is bevestigd dat een
verhoogde relatieve luchtvochtigheid in woningen van meer dan
50 à 60% astmatische en allergische aandoeningen stimuleert.
Daarentegen is een lage relatieve luchtvochtigheid van 30 à
40 % geen bezwaar. In een strenge winter heerst er in
woningen met een goede luchtwisseling af en toe zelfs een
relatieve luchtvochtigheid van minder dan 30%, zonder dat dit
schadelijk is voor de gezondheid.
De mate van luchtvochtigheid in woonruimtes tijdens de
stookperiode van oktober tot april bepaalt u als bewoner
grotendeels zelf. Zo'n tien liter waterdamp heeft een
huishouden met 3 à 4 personen gemiddeld per dag af aan de
ruimtelucht, o.a. door douchen, wassen, koken en uitademen.
Omdat venstervoegen vandaag de dag zeer goed afgesloten zijn
om energiekosten te besparen en geluid te reduceren, moet
deze luchtvochtigheid meerdere malen per dag naar buiten
worden afgevoerd.
Het soort verwarming en ventilatie bepaalt de relatieve
luchtvochtigheid die 's winters gemiddeld heerst in een woning.
Omdat koude lucht altijd een lager absoluut vochtgehalte heeft
dan normale ruimtelucht, kan de luchtvochtigheid in de winter
kinderlijk eenvoudig worden gereduceerd door ventileren
(dagelijks herhaaldelijk kort luchten), waarbij droge buitenlucht
wordt binnengelaten. Elke woning (zonder ventilatiesysteem)
heeft, afhankelijk van het aantal bewoners en de vochtafgifte,
meerdere malen per dag een luchtwisseling nodig.
De noodzaak van het begrenzen van de relatieve
luchtvochtigheid om hoge waarde te voorkomen, bestaat alleen
tijdens de stookperiode, die begint wanneer de verwarming in
100 40
30
80
de herfst aan gaat. Het is aan te bevelen in de hele woning een
20
60
10
temperatuur van circa 20 °C aan te houden.
40
0
Optimum
20
-10
Indoor-Thermohygrometer
In de winter:
BZ20M
Made in Germany
Bij buitentemperaturen van gemiddeld lager dan circa +5 °C
ontstaat er bij voldoende lucht en circa 20 °C eenvoudig een
relatieve luchtvochtigheid van 40 à 50%. Bij meer dan 50%
moet er worden geventileerd.
In vorstperiodes is een ruimteluchtvochtigheid van minder dan
40% RV volkomen normaal. Vooral in oudere gebouwen met een
lage warmte-isolatie moet 40 à 50% RV (bij circa 20 °C) als
bovengrens worden aangehouden, omdat bij langdurig
overschrijden hiervan een verhoogd risico van schimmelvorming
bestaat.
In het voor- en najaar:
Bij zachtere buitentemperaturen van gemiddeld 5 tot 15 °C is
een hogere luchtvochtigheid van 50 tot 60 % RV mogelijk.
Let op:
Warmere ruimtes zijn relatief droger en koudere ruimtes worden
relatief vochtiger. Daarom is het aan te bevelen de
ruimtetemperatuur niet tot onder 16 °C te laten dalen.
Bedieningshandleiding – thermohygrometer BZ20M
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave