Contra-indicaties
Uit onderzoeken is gebleken dat de volgende reeds bestaande aandoeningen een contra-indicatie voor gebruik van CPAP-therapie bij
sommige patiënten kunnen vormen.
•
Bulleuze longaandoening
•
Pathologisch lage bloeddruk
•
Omgeleide bovenste luchtweg
•
Pneumothorax
•
Pneumocephalus is gemeld bij een patiënt die continue positieve luchtwegdruk via de neus gebruikte. Er dient behoedzaam
te werk worden gegaan bij het voorschrijven van CPAP voor patiënten die voor ziekte vatbaar zijn, zoals patiënten met:
lekken van cerebrospinale vloeistof (CSV), afwijkingen in de zeefvormige plaat, een voorgeschiedenis van hoofdtrauma en/of
pneumocephalus. (Chest 1989; 96:1425-1426)
Er kan tijdelijk een contra-indicatie voor gebruik van positieve-luchtwegdruktherapie bestaan als u tekenen van een voorhoofdsholte-
of middenoorontsteking vertoont. Niet voor gebruik bij patiënten met een omleiding van de bovenste luchtwegen. Neem contact op
met uw gezondheidsdeskundige als u vragen over uw therapie hebt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw therapieapparaat voor aanvullende contra-indicaties die specifiek kunnen zijn voor het
gebruik van dat apparaat.
Uitleg van symbolen
De volgende symbolen kunnen mogelijk aanwezig zijn op het apparaat:
S
ymbool
Maximale vullijn
Heet water, heet oppervlak
Volg de gebruiksaanwijzing
Overzicht van het systeem
De System One verwarmde luchtbevochtiger wordt aangesloten op het therapieapparaat en verschaft een luchtuitlaatpoort voor
aansluiting op een ademhalingscircuit. Het ademhalingscircuit bestaat uit een patiëntslang, een masker en in sommige gevallen
een apart uitademingshulpmiddel. De patiëntslang kan een verwarmde slang van Respironics, een 22 mm (niet-verwarmde)
performanceslang van Respironics of een 15 mm (niet-verwarmde) performanceslang van Respironics zijn. Voor informatie in
verband met het te gebruiken masker, inclusief de eventuele behoefte aan een apart uitademingshulpmiddel, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing bij zowel het masker als het therapieapparaat.
De System One verwarmde luchtbevochtiger met verwarmde slang dient om bevochtiging toe te dienen om tijdens de therapie extra
comfort te verschaffen. Dit bevochtigingsniveau wordt geregeld door de uitvoer van de verwarmde luchtbevochtiger en door de
temperatuur van de optionele verwarmde slang. Gebruik van deze twee accessoires maakt het mogelijk een comfortabel vochtniveau
in het masker te handhaven.
De System One verwarmde luchtbevochtiger bestaat uit de volgende componenten:
•
Verwarmde luchtbevochtiger –
wordt geregeld door de temperatuur van de verwarmingsplaat af te stellen. De verwarmingsplaat wordt dan gebruikt om het water
in het waterreservoir te verwarmen. Deze handleiding bevat instructies over hoe de verwarmde luchtbevochtiger moet worden
opgesteld en onderhouden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het therapieapparaat voor instructies over hoe de uitvoer van de
verwarmde luchtbevochtiger moet worden afgesteld.
•
Waterreservoir –
Het waterreservoir bevat het water dat bestemd is voor gebruik door de verwarmde luchtbevochtiger. Deze
handleiding bevat instructies over hoe het waterreservoir moet worden gevuld en onderhouden.
•
Verwarmde slang –
De verwarmde slang is een optioneel accessoire dat samen met de verwarmde luchtbevochtiger wordt
gebruikt om de toegediende bevochtiging te regelen. Dit wordt verkregen door de temperatuur van de lucht zodanig te regelen
dat deze niet afkoelt alvorens het masker te bereiken. Deze handleiding bevat instructies over hoe de verwarmde slang moet
worden aangesloten en onderhouden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het therapieapparaat voor instructies over hoe de
temperatuur van de verwarmde slang moet worden afgesteld.
D
efinitie
De verwarmde luchtbevochtiger is de voornaamste bron van bevochtiging. De bevochtiging
S
ymbool
IP22
Druipwaterdichte apparatuur
Type BF toegepast onderdeel
Gescheiden inzameling van elektrische en
elektronische apparatuur krachtens EG-richtlijn
2002/96/EG.
D
efinitie
3