Eerste uitgave • Tweede druk
Transport
1 Activeer de parkeerrem.
2 Zet de arm vast met de armvergrendelingen.
3 Breng de dissel omhoog door aan de slinger van
de schroefspindel te draaien.
4 Positioneer de kogel van het transportvoertuig
recht onder de kogelkoppeling.
5 Maak de vergrendeling op de
kogelkoppeling open.
6 Breng de dissel omlaag door aan de slinger van
de schroefspindel te draaien.
7 Sluit de vergrendeling op de kogelkoppeling.
8 Bevestig de kettingen (indien nodig) en de
veiligheidsremkabel aan het voertuig. Kruis de
kettingen onder de haak.
9 Trek aan de krikontgrendeling en draai de
disselkrik naar de transportstand.
10 Sluit de aanhangwagenverlichting aan en
test deze.
11 Zet de parkeerrem vrij.
Informatie over slepen
Gebruik vóór het slepen en onderweg de
controlelijst op de achterkant van deze handleiding.
Het rijden met een aanhangwagencombinatie is
anders dan alleen met een voertuig.
Anticipeer; begin tijdig met remmen.
Vergroot wanneer u een aanhangwagen sleept de
afstand tussen uw voertuig en het voertuig dat voor
u rijdt tot twee keer de normale tussenafstand.
Zorg onder slechte weersomstandigheden voor een
nog grotere tussenafstand.
Vertraag voor een afdaling en schakel de
transmissie in een lagere versnelling.
Vertraag voor bochten, onder slechte
weersomstandigheden, gevaarlijke
wegomstandigheden en voor afritten op snelwegen.
Onderdeelnr. 72896DU
De aanhangwagencombinatie kan aan een
kortstondige verstoring onderhevig zijn. Als er een
verstoring optreedt, rem dan niet, verhoog de
snelheid niet en draai ook niet aan het stuur. Laat
het gaspedaal los en houd het stuur in een rechte
stand, zodat u de rijbaan kunt blijven volgen.
Als de combinatie de verharde weg verlaat, houd
het stuur dan stevig vast. Laat het gaspedaal los.
Trap niet op het rempedaal. Maak geen scherpe
bochten. Vertraag naar een snelheid van minder
dan 40 km/u. Draai dan geleidelijk aan het stuur
om terug op de weg te komen. Ga bij het invoegen
voorzichtig te werk.
Stel alle banden af op de juiste spanning. Zie voor
de aanbevolen spanning bij koude banden de wang
van de band, de gebruikshandleiding of de sticker
op de aanhangwagen. Geef de band geen hogere
spanning dan op de wang staat vermeld. Tijdens
het rijden loopt de bandenspanning op. Laat deze
extra bandenspanning niet ontsnappen.
Zorg dat er bij het inhalen van andere voertuigen
voldoende ruimte overblijft voor de extra lengte van
de aanhangwagen. U dient het gepasseerde
voertuig veel verder voorbij te rijden voordat u weer
kunt invoegen.
Als u met de aanhangwagen een bocht neemt,
maak dan geen schokkerige of abrupte
bewegingen.
Inspecteer alle verbindingen bij elke stop. Gebruik
de controlelijst op de achterkant van deze
handleiding.
Modellen met motor - Nooddalen
Wanneer de hoofdkrachtbron defect is (motor),
gaat het accuvoedingslampje branden en schakelt
de machine over op de hulpvoedingsmodus.
De armfuncties werken met een verminderde
snelheid.
De hulpvoeding is bedoeld voor kortstondig
gebruik.
Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10
Bedieningshandleiding
BEDIENINGSINSTRUCTIES
23