Fundamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schokken of brand! Montage uitsluitend door een elektromonteur laten uitvoeren! • De dimmer is voor de montage op DIN-hoedrails bestemd (volgens EN 60715) Bedoeld gebruik • De universele dimmer voldoet aan IEC/EN 60669-2-1; hij schakelt en dimt de lichtsterkte van diverse lampen zoals gloeilampen, halogeenlampen, HV-halogeenlampen, NV-halogeen- lampen (conventioneel of met elektronische transformator), dimbare compacte tl-lampen (spaarlampen) of dimbare LED-lampen voor 230 V.
Aansluiting/montage WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schokken! Montage uitsluitend door een elektromonteur laten uitvoeren! Spanning vrijschakelen! Aangrenzende, onder spanning staande delen afdekken of afschermen. Tegen opnieuw inschakelen beveiligen! Controleren of de spanning is vrijgeschakeld! Aarden en kortsluiten! ...
Pagina 5
Aansluiting/montage Elektronische en conventionele transformatoren altijd met de door de fabrikant aangege- ven minimumlast gebruiken. Alleen dimbare compacte tl-lampen/LED-lampen gebruiken, normale compacte tl-lampen/ LED-lampen kunnen onherstelbaar worden beschadigd. Bij vervanging van de lamp de voedingsspanning (op de zekeringkast) uitschakelen, zodat de automatische lastherkenning weer actief wordt.
Pagina 6
LS 1 = lichtscène 1 – LS 2 = lichtscène 2 AC/DC LS 3 = lichtscène 3 8 ... 230 V Knop A1/A2 Aan/Uit/Dimmen LS 1 LS 2 LS 3 L´ LS 1 LS 2 LS 3 L´...
Pagina 7
Vermogensuitbreiding (zie technische gegevens voor DMB 1 T Booster DMB 1 T) L´ LS 1 LS 2 LS 3 L´ Aansluiting met Booster DMB 1 T (4930279)
Functies Draaischakelaar voor de instelling van 10 functies (zie pag. 13 e.v.) Potentiometer voor de instelling van de dimtijd van 1 s tot 60 min (voor wek- en sluimerfunctie, traplichttijdschakelaar- en schakelaar- functie ON = Dimmer is altijd aan Bij enkele compacte tl-lampen kan bij dimmen in functie 2 een storend flikkeren ontstaan.
Functies voor dimbare compacte tl-lampen (CFL) – met instelbare inschakellichtsterkte (vooraf ingesteld 100 %) – met diminschakelfunctie – met wek- en sluimerfunctie – met lichtscènes met automatische lastherkenning (ideaal voor lampen van Megaman, Philips); start altijd met 100 %, zodat de CFL worden ontstoken; omlaagdimmen pas na 3 s mogelijk geen automatische lastherkenning (altijd met faseaansnijding) (ideaal voor lampen van Osram, Philips);...
perm Functie voor LED's LED1 4 LED2 Functie voor LED's; geen automatische lastherkenning (altijd met faseaansnijding) (ideael bij dimproblemen met LED's) Enkele LED-types kunnen in functie 4 een overbelasting veroor- zaken, wat automatisch leidt tot een omlaagdimmen van de last. ...
Pagina 11
perm 7 Strd Standaardfunctie – met inschakellichttsterkte (vooraf ingesteld 100 %) LED1 – met diminschakelfunctie – met lichtscènefunctie 2-knopfunctie via diodemodule met dubbele knop of wipschakelaar – Ingang B1 = knopingang L´ – met inschakellichtsterkte – met diminschakelfunctie Diodemodul (9070367) Diodenmodul Knop AAN: inschakelen/omhoogdimmen Knop UIT: uitschakelen/omlaagdimmen...
Pagina 12
perm Functie traplichttijdschakelaar – Tijd instelbaar met potmeter (1 s – 60 min) LED1 – Uitschakelwaarschuwing vooraf: na afloop van de ingestelde tijd snel omlaagdimmen naar 50 % van de inschakelwaarde. Na 10 s langzaam omlaagdimmen naar minimumlichtsterkte binnen 30 s. –...
Pagina 13
perm Schakelaarfunctie (bijv. voor aanwezigheids- en bewegingsmelders) – op ingang B1: niet als drukknop, maar als schakelaar gedefinieerd LED1 Gebruik van de diodemodule mogelijk om max. 3 lichtscènes op te roepen (zie pag. 18) Schakelaar AAN: langzaam omhoogdimmen; tijd instelbaar op pot- meter 2;...
Beschrijving Dimmer is UIT (knop: ingang A1/A2) – Knop 1x kort indrukken Inschakellichtsterkte (< 1 s) De dimmer start met de ingeleerde inschakellichtsterkte (af fabriek 100 %) Inschakellichtsterkte inleren Gewenste inschakellichtsterkte instellen. Knop op ingang A1/A2 net zolang indrukken totdat door verandering van lichtsterkte het inleren wordt bevestigd.
Minimumlichtsterkte De vooraf ingestelde minimumlichtsterkte is zo ingesteld dat de lampen nog branden. – Minimumlichtsterkte aanpassen Draaischakelaar op 5 zetten (bij compacte tl-lampen op 3). Er wordt overgeschakeld naar dehuidige minimumlichtsterkte. Knop op ingang A1/A2 indrukken en omhoog- of omlaagdimmen totdat de lichtsterkte is bereikt.
Dimmer is AAN (knop: ingang A1/A2) – Knop 1x kort indrukken uitschakelen (< 1 s) – Knop 1x lang indrukken – Dimmer dimt omhoog resp. omlaag (> 1 s) – Het dimmen stopt bij de minimum- resp. maximumwaarde – Bij opnieuw indrukken van de knop wordt de dimrichting gewijzigd –...
Wekfunctie De dimmer wordt binnen de ingestelde dimtijd vanaf de minimumlichtsterkte tot aan de ingeleer- de inschakellichtsterkte gedimd. Sluimerfunctie De dimmer dimt binnen de ingestelde dimtijd vanaf de huidige dimwaarde naar de minimumlichtsterkte en wordt uitgeschakeld. Diminschakelfunctie De dimmer schakelt met minimumlichtsterkte in en dimt totdat men de knop loslaat of de max.
Lichtscènes Met de knop op ingang B1 kunnen max. 3 lichtscènes worden opgeroepen. Bij 2 of 3 lichtscènes is de diodemodule (9070367) vereist. Lichtscène activeren: Knop op B1 kort indrukken. Lichtscène inleren bij de functies 1, 2, 6, 7 ...
Meerdere lichtscènes met diodemodule (9070367) Aansluiting met diodemodule op één dimmer Lichtscène 1 vooraf Lichtscène 1 kan ook worden geactiveerd als Lichtszene 1 ingesteld 50 % voreingestellt 50 % tegelijkertijd knop LS2 en LS3 worden ingedrukt. Lichtscène 2 vooraf Lichtszene 2 Daardoor kan evt.