5. VENTILATIE EN VERBRANDINGSLUCHT
JAcobus houtkachels mogen uitsluitend geïnstalleerd worden in vertrekken die voorzien zijn van
natuurlijke (gravitatie) ventilatie. Indien er in hetzelfde vertrek ook andere toestellen staan
opgesteld die verbrandingslucht gebruiken, dient men hier in het ontwerp van de ventilatie
rekening mee te houden. Uw JAcobus houtkachel kan optioneel worden voorzien van een
aansluiting voor externe luchttoevoer (zie tekening 5B en 5C). Deze maakt het mogelijk
verbrandingslucht uit een andere ruimte te halen. Neem bij twijfel contact op met uw installateur of
kachel leverancier.
6. BRANDSTOFFEN
Het verbrandingsysteem van de JAcobus houtkachels is geoptimaliseerd voor het stoken van
(1)
loofbomenhout
in de vorm van gekloofde stammen. De maximale lengte van de houtblokken
varieert, en is afhankelijk van het type kachel:
JAcobus 6
max. 30-35cm;
JAcobus 9
max. 40-45cm;
JAcobus 12
max. 50-55cm.
Naast loofbomenhout is de kachel ook geschikt voor het stoken van hout- en turfbriketten.
(1)
Eiken is uitstekend brandhout, maar het moet - in tegenstelling tot andere houtsoorten - twee jaar op een onafgedekte plaats worden
bewaard zodat de regen de tannines kan verwijderen; vervolgens moet het nog minimaal twee jaar op een beschutte plaats worden
bewaard voordat het in de haard mag. Als de tannines niet volledig verdwenen zijn zal er bij condensatie looizuur ontstaan en zal de
levensduur van de kachel aanmerkelijk verkorten en de garantie op de kachel vervalt. M.n. Amerikaans eiken bevat veel tannines.
Voor een optimaal warmterendement en gebruiksgemak is onderstaande informatie zeer
belangrijk:
Stook met voldoende hout. Om het nominale vermogen te bereiken dient u de JAcobus 6,
9, en 12 met respectievelijk 1.4kg, 1.9kg en 2,8kg te beladen. Hier zal hij ongeveer een uur
op branden. Daarna geeft de gloeiende massa natuurlijk nog lang warmte af.
Stook droog hout! Hout is pas droog als het vochtigheidspercentage lager dan 20%
bedraagt. Afhankelijk van de houtsoort moet het hout na het kappen 2-3 jaar op een goed
ventilerende plaats drogen. Bij voorkeur buiten onder een overkapping.
Het stoken van nat hout veroorzaakt:
het niet bereiken van de waarden zoals aangegeven in de tabel met de technische
gegevens; dus een laag rendement en stijging van de emissies van koolmonoxide en
koolwaterstoffen door de onvolledige verbranding.
intensieve vervuiling van glas en oppervlakken binnenin de kachel;
intensieve vervuiling van de schoorsteen door creosoot vorming, de belangrijkste oorzaak
van schoorsteenbrand!
Niet toegestaan is het stoken van onderstaande brandstoffen:
nat hout;
houten krullen, schors en zaagsel;
spaanplaten;
hout behandeld met chemicaliën bijvoorbeeld. lijm, verf ed.;
minerale brandstoffen b.v. steenkool, cokes;
papier, met uitzondering van papier gebruikt voor het aansteken;
brandbare vloeistoffen;
alle kunststoffen.
7. AANSTEKEN VAN DE KACHEL
Tijdens de eerste stookbeurt kan de kachel een onaangename geur afgeven. Dit wordt veroorzaakt
door het uitharden van de hittebestendige lak. Door voldoende te ventileren is de geur na ca. 1 uur
verdwenen.
Opmerking:
Vóór de eerste ingebruikname, of na een lange pauze in het gebruik van de kachel, dient
men de staat en mate van vervuiling van het rookkanaal te controleren.
JAcobus handleiding 2013-V9 NL
Pagina 6 van 11