Laagspannings-dimmer 20-500 VA
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Afhankeklijk van de wijze van monteren dient het
max. aansluitvermogen te worden gereduceerd:
• 10 % per 5°C overschrijding van omgevingstempe-
ratuur 25°C
• 15 % voor inbouw in houten wand, gipswand of
spouwmuur,
• 20 % voor inbouw in meervoudige combinaties.
Afhankelijk van de capaciteitsbenutting van de laag-
spanningsdimmer kunnen max. 10 laagspannings-
vermogensopvoereenheden (inbouw of DRA) worden
aangesloten (zie afzonderlijke handleidingen).
Technische aansluitvoorwaarden van energiebedrijf
in acht nemen.
Inductieve impulsen van energiebedrijven kunnen
zich bij lage dimstand manifesteren door kortstondig
flikkeren.
Een evt. zacht zoemen van het toestel wordt veroor-
zaakt door de storingsonderdrukker.
Aansluiting zie afbeelding B
De aansluiting van de laagspannings-dimmer
schiedt met insteekveerklemmen, die vanaf de onder-
zijde toegankelijk zijn. De ca. 15 mm afgestripte lei-
ding wordt zonder bediening van de losmaakhendel
in de opening van de steekklem geschoven. Om de
klemmen van de leiding los te maken, moet de los-
maakhendel
omhoog geplaatst worden.
Geschakelde stuuruitgang A 100 mA
Aansluitbare last, zie technische gegevens.
Laagspannings-dimmer 20-500 VA
ge-
.
B
Wisselschakeling, zie afbeelding C
Met de mechanische wisselschakelaar
last in-/uitgeschakeld. De helderheidsinstelling ge-
schiedt uitsluitend via de laagspannings-dimmer
Geschakelde stuuruitgang A max. 100 mA
L
N
Aanwijzing:
Op de bovenzijde van de voetplaat bevinden zich
meetpunten, waarmee controle van de ingescha-
kelde spanningen mogelijk is zonder de dimmer
te hoeven uitbouwen (afbeelding D).
Test
L
4/06
wordt de
.
C
AC 230/240 V ~ 50Hz
max. 100 mA
D
Test
L
Test
Test
A
Blz: 2 van 3
.