Na de activering van een alarm signaleert de centrale een inbraak aan de contacten in de lijst die door de installateur zijn geprogrammeerd voor het ontvangen van
een melding. De sirene klinkt, de rode led van de centrale brandt continu en er verschijnt een alarmwaarschuwing. Indien de zone wordt hersteld, toont de centrale
de waarschuwing "Alarmgeheugen" (knipperend). Voer een geldige gebruikerscode in en schakel het systeem uit om alle signaleringen uit te zetten.
Na het uitschakelen wordt het alarmgeheugen eenmaal getoond en daarna wordt het alarmgeheugen gereset. Indien het systeem na een alarm niet wordt uitgezet,
geeft het systeem een conditie van het alarmgeheugen weer via de knipperende rode led en de waarschuwing "Alarmgeheugen" (knipperend). De gebruiker kan
door het alarmgeheugen bladeren met de knop pijl omlaag.
Alarm:inbraak
Voordeur
Brand- / medisch / paniek-alarm genereren
Er zijn combinaties van specifi eke drukknoppen beschikbaar om noodalarmen te genereren. Voor de programmering van de ontvangers van deze alarmmeldingen
kunt u zich wenden tot uw installateur. Om de alarmen te activeren drukt u circa 2 seconden op de toetscombinaties.
Doorlooptest
Met de doorlooptest kan de werking van de zones worden getest. Als het systeem in de modus Doorlooptest staat, moet de installateur alle zones
achtereenvolgens activeren, waarna het systeem na elke activering een geluidssignaal laat horen. Het display laat zien hoeveel zones getest zijn en het totale
aantal tests. Wanneer alle zones getest zijn, wordt een bevestigingsbericht getoond. De te testen zones worden gedefi nieerd in het installatiemenu. De zones met
een zwak RF-signaal worden vermeld als ontbrekende zones met de melding "LOW!".