Inhoudsopgave
Advertenties
4
Opstelling en aansluiting van de transformator
In dit hoofdstuk zullen de opstelling en de aansluitting van de transformator nader worden toegelicht.
4.1
Opstelling
Bij de installatie moeten voor een goede werking de volgende regels in acht genomen worden.
De plaats waar de transformator is opgesteld moet voldoende geventileerd zijn zodat de transformator zijn
warmte goed kwijt kan. Voor extra koeling van de transformator is een ventilator geplaatst, deze moet een
vrije luchtstroom hebben. Zorg daarom voor voldoende ruimte rondom de transformator.
Zet de transformator niet tegen gebouwen of muren. Houd voldoende ruimte om de deuren te kunnen
openen.
De transformator moet op een vlakke, stevige en horizontale ondergrond geplaatst word.
4.2
Aansluiting
1. Motorbeveiligings schakelaar
2. Hoofdschakelaar
3. Primaire aansluit rail
4. Secundaire aansluit rail
5. Aard rail
Voordat men begint met het aansluiten van de transformator zal spanningsloosheid moeten worden
aangetoond. Daarnaast zullen alle schakelaars van de transformator uitgeschakeld moeten zijn. De
transformator moet deugdelijk geaard worden, hiervoor is er een aardrail (5.) aangebracht. De elektrische
weerstand van de aarding is meestal voorgeschreven door de stroomleverancier. Op primaire aansluit rail 3. zal
een spanning van 400 Volt moeten worden aangeboden. Op de secundaire aansluitingen 4. kunnen de
afgaande velden worden aangesloten Let hier op de verschillende spanningen.
4.2.1
Primaire aansluitingen
Voordat men begint met het aansluiten van de transformator zal spanningsloosheid moeten worden
Volledige bedieningshandleiding revisie A
© Bredenoord Aggregaten 2015
7
Advertenties
Inhoudsopgave
