Custers Hydraulica B.V. Venray NL
11
HET VERPLAATSEN VAN DE ROLSTEIGER
Procedure voor het verplaatsen van de rolsteiger:
-Controleer de omgeving op obstakels welke zich bevinden rondom de af
te leggen route van de rolsteiger. Zorg voor een schone ondergrond,
controleer de route op kuilen / oneffenheden / kabels / onregelmatigheden /
verkeer / passanten.
-Bij windkrachten groter dan 4 Beaufort mag de steiger niet meer verplaatst
worden (4 Beaufort: stof, zand en papier waait op, kleine takken worden
afgerukt; de windsnelheid is 5.5 – 7.9 m/s = ±20 - 28 km/uur).
-Er mogen zich geen losse materialen of personen op de steiger bevinden.
-De wielremmen dienen alleen voor het verplaatsen ontgrendeld te worden.
-Bij het verplaatsen van de steiger mogen de steunpunten van de poten/bogen
maximaal 8 cm vrij zijn van de ondergrond.
-Tijdens verplaatsen dienen de poten/bogen onder een hoek van 40° - 50° te staan
zodat lengte en breedte maximaal zijn.
-De steiger mag alleen in langsrichting door handkracht worden verplaatst, bij
voorkeur door 2 personen. Let op dat de steiger tijdens het verplaatsen niet
scheeftrekt.
-Nadat de rolsteiger in positie is direct alle wielremmen vergrendelen door bij elk wiel
het rempedaal in te drukken.
-Na het verplaatsen dient de rolsteiger opnieuw waterpas gesteld te worden
waarbij een maximale scheefstand van 1% is toegestaan.
(1% = maximaal 1 cm scheefstand gemeten per 1 meter)
-Na het uitrichten van de rolsteiger met een waterpas, de steunpunten van de
poten/bogen zodanig afstellen dat deze weer contact maken met de ondergrond.
-Alvorens de rolsteiger in gebruik te nemen controleren of de poten/bogen klemvast
zitten en de ondergrond raken.
Let op:
Indien niet aan de gehele bovenstaande procedure voldaan
kan worden dient men de rolsteiger af te breken en op de
nieuwe locatie op te bouwen.
26 maart 2020
www.custers.nl
31