3002968-2007-07-05.fm
2. Inbedrijfstelling en bediening
2.1 Inbedrijfstelling
2.1.1 Start
Voordat de unit in gebruik wordt genomen, moet het volgende worden ingesteld: (zie
paragraaf 1.3.2 voor hulp bij de afzonderlijke menu-items.
In menu nr...
1
3
4
6.1 + 6.2
6.3
7.3
7.4
2.2 Klokfunctie
Functie
Bij werking met de klokfunctie wordt de unit bestuurd via een vooraf ingesteld
weekprogramma.
Met de klokfunctie kunnen maximaal 10 programma's worden ingesteld voor een week.
In elk programma worden 3 parameters ingesteld voor de ventilatie:
Als het tijdstip voor een programma aanbreekt, schakelt de ventilatie naar het
geprogrammeerde niveau en blijft de ventilatie op dat niveau werken totdat er een nieuw
programma begint.
U kunt het weekprogramma oversturen door het ventilatieniveau handmatig in te stellen
(zie pagina 6). Als het tijdstip voor het volgende klokprogramma aanbreekt, wordt er
geschakeld naar het geprogrammeerde niveau.
Wordt ingesteld...
Klokprogramma
Tijd en datum
Filterbewakingsinterval.
Als er geen filterbewaking in de unit is gemonteerd, moet menu 4
op nul worden gesteld op 6 maanden/180 dagen.
Max. + min. snelheid
Balans tussen toevoerlucht en retourlucht
t
Max. onbalans
•
Dag
•
Tijdstip
•
Ventilatieniveau
Inbedrijfstelling en bediening
12/24