VARI-directional array
Een netwerk bestaat uit één master- en één of meerdere slave-apparaten. Een master-apparaat
kan een computer zijn met VariControl-software en een USB-naar-RS-485-adapter, onderdeel
van de VARI-CS-configuratieset. Alle slave-apparaten zijn parallel geschakeld, het master-
apparaat wordt afwisselend aangesloten op de AB- en YZ-aansluitklemmen (zie de vorige
afbeelding). Omdat alle slave-apparaten dezelfde bus gebruiken, zijn de uitgangen (YZ) van
deze apparaten alleen ingeschakeld wanneer gegevens worden verstuurd van het apparaat
naar het master-apparaat. Het geïmplementeerde netwerkprotocol zorgt ervoor dat de
uitgangen van alle andere apparaten tijdens deze periode in een hoge impedantiestatus
worden gezet om conflicten te voorkomen.
5.5.2
Kabellengte
De maximale kabellengte voor een betrouwbare netwerkverbinding hangt af van het type kabel
en de gebruikte baudrate. Bij een kabel van goede kwaliteit is 2000 m een veilige maximale
lengte. Voor een aanzienlijk langere afstand is een netwerk-repeater vereist. Raadpleeg
paragraaf RS-485 netwerk, pagina 14 .
5.5.3
Kabelsluiting
Volgens de officiële RS-485-norm, moet het netwerk aan beide uiteinden van elk paar worden
afgesloten met weerstanden van 120 ohm, terwijl aftaklijnen niet langer mogen zijn dan 7 m.
De RS‑485-transceivers, die in de VARI zijn geïmplementeerd, hebben een beperkte zwenking
waardoor de reflecties van open kabellengten worden beperkt. Dit zorgt samen met de relatief
lage baud-rate voor een hoge tolerantie van het netwerk voor de lengte van aftaklijnen en
onjuiste afsluiting. Bedrading van meerdere VARI-slave-apparaten naar het master-apparaat in
sterpatroon moet worden vermeden. Indien bedrading in sterpatroon noodzakelijk is, gebruik
dan een full-duplex-hub met meerdere poorten of meerdere full-duplex RS-485-repeaters.
Bosch Security Systems B.V.
Installatiehandleiding
Gegevens connector en bedrading | nl
31
2020.05 | V1.4 |