Inhoudsopgave
Advertenties
Steiger
Aanpassing van de ondergrond
Met de opbouw van het onderste steigerniveau dient op
het hoogste punt van het terrein te worden begonnen.
De voetspindels worden op de grond geplaatst en met
langs- en dwarsliggers op het onderste niveau
gemonteerd. De voetspindelmoer moet zich ongeveer
5 cm boven de grond bevinden, om in lagere delen
voldoende aanpassingsruimte te hebben.
Als de maximale uittreklengte van de voetspindels niet
voldoende is voor de horizontale uitlijning van de
langsliggers, moeten extra staanders worden gebruikt
om het hoogteverschil te compenseren. Extra langs- en
dwarsliggers moeten 50cm onder het eerstvolgende
hogere steigervak worden gemonteerd, om voldoende
stijfheid te bereiken. De rest van het raamwerk wordt
opgebouwd zoals beschreven in het hoofdstuk
'Montage van de gevelsteiger'.
Hellingen
Lichte helling
1)
Als uitgangspunt dient het hoogste punt van het
terrein te worden gekozen, om latere aanpassingen
gemakkelijker te maken. De voetspindel dient zich
zo laag mogelijk op de de schroefdraad te
bevinden. Dit maakt een maximale aanpassing
mogelijk op plaatsen waar het terrein lager ligt dan
de eerste onderstopping.
2)
Als de ondergrond meer dan 500mm onder het
hoogste punt van het terrein ligt, moet de
voetspindelmoer onderaan de schroefdraad
worden geplaatst en wordt het voetstuk
gemonteerd. Plaats een staander en draai de
schroefdraad van de voetspindel naar boven, totdat
de tweede rozet van het steigerniveau zich op
dezelfde hoogte als de vorige staander bevindt.
Monteer de ligger en zet zo de voetspindel, het
voetstuk en de staander vast.
3)
Ga de helling af en positioneer de voetspindelmoer
telkens zodanig dat de ligger waterpas uitgelijnd in
de dichtstbijzijnde rozet kan worden bevestigd.
30
Steile helling
➤
Afhankelijk van de aard en hellingshoek van de
ondergrond kan het nodig zijn een kantelbare
voetspindel te gebruiken, waarvan de voetplaat in
een hoek tot 90 graden kan worden gedraaid.
➤
In bepaalde omstandigheden kan het zinvol zijn om
in plaats van afzonderlijke onderstoppingen één
doorlopende onderstopping op de helling te
plaatsen. De kantelbare voetspindels kunnen met
geschikte schroeven op de onderstopping worden
bevestigd, om te voorkomen dat de twee
oppervlakken ten opzichte van elkaar verschuiven.
➤
Ga verder met de opbouw van de Ringlock-steiger
volgens de bovenstaande punten 1. tot en met 3.
98179-212-01
Gebruikersinformatie Ringlock
LET OP
Bij de opbouw van een steiger op een
onverharde ondergrond dient een vlakke
ondergrond te worden voorbereid door
voldoende grond af te graven, zodat de
onderstoppingen kunnen worden geplaatst.
Naargelang het type ondergrond en de
gebruikte onderstoppingen dient te worden
bepaald of een verankering tussen beide
nodig is.
999817907 - 05/2023
Advertenties
Inhoudsopgave
