– Passief inschakelen
4.4
Passief inschakelen is af-fabriek ingeschakeld (zie par. 3.1) en mag
conform SCM eisen niet worden aangepast!
– Anti-Hijack functie
4.5
Om de anti-hijack te activeren terwijl de motor 'draait':
•
Loop weg van uw tweewieler, deze wordt automatisch geactiveerd
zodra TAG niet langer wordt gedetecteerd.
Druk op afstandsbediening knop "1".
•
Druk op afstandsbediening knop "2".
•
•
Druk op de anti-hijack, indien beschikbaar.
De LED gaat continue branden en de richtingaanwijzers knipperen 2x om
te bevestigen dat de anti-hijack functie is geactiveerd.
20 sec. nadat de anti-hijack functie is geactiveerd, klinkt de sirene
gedurende circa 1 minuut terwijl de richtingaanwijzers knipperen totdat de
anti-hijack is uitgeschakeld.
Het systeem stopt de motor 2 sec., nadat de sirene is geactiveerd.
Om de anti-hijack mode uit te schakelen:
•
Druk op de TAG-knop.
•
Druk op de anti-hijack knop gedurende 2 sec. (indien beschikbaar).
•
Invoer van de PIN code.
Om de anti-hijack mode ui te schakelen via PIN code gaat u als volgt te
werk :
• Wacht tot de sirene stopt (jammeren).
•
Als het contact(slot) AAN staat, zet deze dan uit.
•
Als de sleutel in de UIT-stand staat, schakel contact weer AAN en UIT.
•
Na 4 sec. volgen er 9 LED flitsen.
•
Ga vanaf dit punt verder zoals beschreven in paragraaf 7.0 en 8.0.
•
Uitschakelen via PIN-code wordt bevestigd door 3 Beeps en 3x
knipperen van de richtingaanwijzers.
De anti-hijack modus heft een
geheugenfunctie. Als de voeding wordt
losgekoppeld en weer opnieuw wordt
aangesloten, zal opnieuw alarm klinken
PAGE 9
– Voormelding (modus)
4.6
Als de 'voormelding' is ingeschakeld, zal de sirene, tijdens een
alarmconditie, gedurende ca. 2,5 sec. gedurende de eerste 3 cycli, en
vanaf de 4e cyclus, zal het 30 seconden lang klinken.
Alarmcycli worden gereset elke keer dat het alarm wordt uitgeschakeld of
wanneer het paniekalarm wordt geactiveerd.
– Her inschakelen alarmsysteem
4.7
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld en vervolgens per ongeluk
wordt uitgeschakeld, zal het systeem automatisch inschakelen, 35 sec.
nadat het per ongeluk is uitgeschakeld.
5.0 – Stand-by modus - energiebespaarfunctie
Om de levensduur van de batterij te verlengen, keert het system
automatisch 72 uur naar inschakelen terug naar de slaapstand. Alle
beveiligingsfuncties blijven actief, behalve de status-LED.
De afstandsbediening werkt niet, de normale werking wordt hersteld zodra
het contact(slot) weer wordt ingeschakeld.
Als alleen de TAG wordt gebruikt, druk dan direct na het starten van de
motor op de TAG-knop. Als de motor is ingeschakeld, is er een 5 sec.
vertraging om uit te schakelen zonder de sirene te activeren.
6.0 – Gevarenlicht flitsers
Om de richtingaanwijzers te laten knipperen als alarmknipperlichten, gaat u
als volgt te werk:
Schakel het contact(slot) in terwijl het systeem is uitgeschakeld; de LED
brandt ca. 1 sec.
• Terwijl de LED brandt, drukt op knop "1" van de afstandsbediening.
• Schakel het contact(slot) weer uit., de richtingaanwijzers gaan knipperen.
• Om de knipperlichten uit te schakelen, zet het contact (slot) weer AAN
(en eventueel UIT) of schakel het system in.
PAGE 10