Afb. 5: M4 bevestiging van de
montagebeugel
7. Controleer met een waterpas de positie van de Domaplasma
de afzuigkap. Trek vervolgens de niet volledig-vastgeschroefde montagebeugel zo ver
uit, totdat deze volledig tegen de wand of plafond geplaatst is en markeer
de juiste locatie voor het boren van de gaten in de wand of plafond.
Afb. 7: Tegen de wand getrokken montagebeugel, aan het apparaat bevestigd met
schroeven
8. Haal de Domaplasma
af en boor vier stuks 6 mm gaten in de wand of plafond. Plaats de meegeleverde
pluggen in de gaten. Monteer vervolgens de
afzuigkap en let erop dat de Domaplasma
geplaatst is. Plaats daarna de montagebeugels dusdanig op de wand of plafond, dat de
bevestigingsgaten voor de montagebeugels precies op de geboorde gaten geplaatst zijn.
Bevestig de montagebeugels met de meegeleverde schroeven. Plaats daarna de
montagebeugels dusdanig op de wand of plafond, dat de bevestigingsgaten voor de
montagebeugels
montagebeugels met de meegeleverde schroeven.
De Domaplasma
®
-filter is nu correct gemonteerd op of aan de afzuigkap.
®
-filter met de montagebeugels er nog aan weer van de afzuigkap
precies
op de
geboorde
Afb. 6: Montagebeugels op de
Domaplasma
-filter bevestigd
®
Domaplasma
®
-filter geheel verticaal op of aan de afzuigkap
gaten
geplaatst zijn. Bevestig de
®
-filter op of aan
®
-filter weer op of aan de
11