11.1.2 Onderhoudsinstructie
1
2
3
4
5
6
7
11.1.3 Het toestel reinigen
WAARSCHUWING
Gebruik nooit perslucht, schuursponzen, schurende schoonmaakmiddelen of
agressieve vloeistoffen zoals benzine of aceton om het toestel schoon te
maken.
WAARSCHUWING
Gebruik geen hogedrukspuit om het toestel of in de buurt van het toestel te
reinigen.
46
Visuele controle besturing: Controleer of besturing geen beschadigingen of
mankementen heeft.
Controleer de netvoedingskabel of deze geen beschadigingen heeft. Indien
deze beschadigd is vervangen door een originele kabel van de fabrikant.
Visuele controle aandrijving: Controleer of aandrijving geen beschadigingen
of mankementen heeft.
Visuele controle randapparatuur: Controleer of randapparatuur geen
beschadigingen of mankementen heeft.
Functionele controle besturing: controleer of deur open en dicht beweegt
en stopt door het bedienen van de desbetreffende knoppen.
Functionele controle aandrijving: Controleer of de aandrijving door het
bedienen van de desbetreffende knoppen de juiste richting in loopt en of
deze geen bijgeluiden maakt.
Functionele controle Veiligheidscomponenten: Bedien tijdens het bewegen
van de deur de geïnstalleerde veiligheidscomponenten (Fotocel, lichtlijst,
onderloopbeveiliging, etc.) De deur dient hierop te stoppen/ om te keren.