Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

GREENSTAR GS1669 Handleiding pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

1. De machine is uitgerust met een rubberen huls over het uiteinde van de bougie.
Vergewis u ervan dat de metalen lus op het uiteinde van de bougiekabel (binnenin
de rubberen huls) stevig vastzit op de metalen tip van de bougie.
2. " STOP-RUN-START "
De koudstartstand van de hendel is "START"
De bedrijfsstand van de hendel is "RUN"
De stopstand van de hendel is "STOP"
3. Ga achter de machine staan, pak de remhendel beet en knijp hem tegen het
bovenste gedeelte van de stuurboom aan, zoals getoond in fig. 7C.
4. Pak de remhendel vast zoals g
etoond
Laat h
em
langzaam terugkeren tot aan de startkoordgeleidingsbout nadat de motor
is gestart. Laat de remhendel los om de motor en het mes te stoppen.
6.3 BEDIENINGSPROCEDURES
Houd de remhendel tijdens het maaien met beide handen stevig vast.
Opmerking: wanneer u de remhendel loslaat tijdens het maaien, zal de motor
stilvallen waardoor de grasmaaier stopt met werken.
6.4 DE MOTOR STOPPEN
VOORZICHTIG: het mes blijft nog gedurende enkele seconden draaien na het
uitschakelen van de motor.
1. Laat de remhendel los om de motor en het mes te stoppen.
2. Koppel de bougiekabel los en aard hem zoals beschreven in de afzonderlijke
motorhandleiding om te voorkomen dat de motor ongewild start terwijl u hem
onbewaakt hebt achtergelaten.
6.5 AANSLUITING VOOR ZELFTREKFUNCTIE
Draai aan de wielaandrijfhendel: de grasmaaier rijdt automatisch voorwaarts met
een snelheid van ongeveer 1m/s.
VOORZICHTIG: uw grasmaaier werd ontworpen voor het maaien van normaal
gazongras met een hoogte van niet meer dan 250mm. Tracht er geen uitzo nderlijk
hoog droog of nat gras (bijv. weide) mee te maaien, en rijd er niet mee over hopen
droge bladeren. Daardoor kunnen er zich brandbare deeltjes op het maaidek
ophopen en de motoruitlaat raken waardoor er brand kan ontstaan.
6.6 VOOR EEN OPTIMAAL RESULTAAT BIJ HET MULCHEN
Verwijder alle rommel van het grasveld. Zorg ervoor dat het grasveld vrij is van
stenen, stokken, draad of vreemde voorwerpen die kunnen worden
weggekatapulteerd door de grasmaaier en ernstige letsels kunnen toebrengen
aan de gebruiker of anderen alsook schade aan eigendommen en voorwerpen
in de omgeving. Maai geen nat gras. Om een goed mulchresultaat te verkrijgen,
mag u geen nat gras maaien aangezien dat de neiging heeft om onderaan het
maaidek te blijven plakken waardoor het gemaaide gras ni e t mooi over het grasveld
wordt verdeeld. Maai ten hoogste 1/3 van de lengte van het gras af. Voor mulching
is het raadzaam 1/3 van de lengte van het gras af te maaien. De rijsnelheid moet
worden aangepast om ervoor te zorgen dat het gemaaide gras gelijkmatig over
het grasveld wordt verdeeld. Wanneer het gras uitzonderlijk dik is, kan het nodig
zijn de laagste snelheid te gebruiken om het gras goed te maaien en mooi over
het grasveld te verspreiden. Bij het mulchen van lang gras kan het nodig zijn
het gras in twee keer te maaien, waarbij u het mes nog 1/3 van de lengte lager
in fig. 7C en trek hem snel naar boven.
zet voor de tweede maaibeurt en eventueel in een ander patroon maait dan de
eerste keer. Door de maaistroken te laten overlappen, wordt eventueel
achtergebleven gemaaid gras verwijderd.
De gr asmaa ier m oet altijd worden gebruikt met volgas om het beste maairesultaat
te verkrijgen en om het gras zo gelijkmatig mogelijk over het grasveld te
vers prei den. Rei nig de o nderkant van het maaidek. Zorg ervoor dat u de onderkant
van het maai dek na ieder gebruik r einigt om te voorkomen dat er zich gras ophoopt,
waardoor het mulchen niet naar behoren kan plaatsvinden. Bladeren mulchen.
Het mulchen van bladeren kan de gezondheid van uw gazon ten goede komen.
Bij het mulchen van bladeren dient u zich ervan te vergewissen dat ze droog
zijn en dat er geen te dikke laag op het grasveld ligt. Wacht niet tot alle bladeren
van de bomen zijn gevallen alvorens ze te mulchen.
WAARSCHUWING: wanneer het mes een vreemd voorwerp heeft geraakt,
dient u de motor uit te schakelen. Koppel de bougiekabel los, inspecteer de
grasma aie r g ron dig op schade en repareer eventuele schade alvorens de
grasmaaier opnieuw te starten en te gebruiken. Het hevig trillen van de grasmaaier
wijst op schade. De machine moet in dat geval onmiddellijk worden geïnspecteerd
en gerepareerd.
6.7
GRASOPVANGZAK
Ledig en reinig de zak. Zorg ervoor dat
hij schoon is en dat het gaas niet verstopt
is. (fig. 8)
Fig 8
6.8 MAAIDEK
De onderkant van het maaidek moet worden gereinigd na ieder gebruik ter
voorkomin g van de ophop ing va n gras , bladeren, vuil of ander materiaal. Als er
zich vuil k an ophopen , kan dat leiden tot roest en corrosie en kan het een goede
mulchwerking verhinderen.
Het maaidek kan worden gereinigd door de grasmaaier t e kantelen en het schoon
te schrapen met een geschikt stuk gereedschap (zorg ervoor dat de bougiekabel
losgekoppeld is).
6.9 INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE
VOORZICHTIG: TRACHT NOOIT INSTELLINGEN UIT TE VOEREN AAN DE
GRASMAAIER ZONDER EERST DE MOTOR TE HEBBEN UITGESCHAKELD
EN DE BOUGIEKABEL TE HEBBEN LOSGEKOPPELD.
VOORZICHTIG: alvorens de maaihoogte te wijzigen, dient u de motor uit te
schakelen en de bougiekabel los te koppelen.
UW GRASMAAIER IS UITGERUST MET EEN CENTRALE HOOGTEVER
STELHENDEL MET 10 STANDEN

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave