Het mulchen van bladeren kan de gezondheid van uw gazon ten goede komen.
Bij het mulchen van bladeren dient u zich ervan te vergewissen dat ze droog
zijn en dat er geen te dikke laag op het grasveld ligt. Wacht niet tot alle bladeren
van de bomen zijn gevallen alvorens ze te mulchen.
11 11
WAARSCHUWING: wanneer het mes een vreemd voorwerp heeft geraakt,
dient u de motor uit te schakelen. Koppel de bougiekabel los, inspecteer de
grasma aie r g ron dig op schade en repareer eventuele schade alvorens de
grasmaaier opnieuw te starten en te gebruiken. Het hevig trillen van de grasmaaier
wijst op schade. De machine moet in dat geval onmiddellijk worden geïnspecteerd
en gerepareerd.
6.7
GRASOPVANGZAK
Fig 8
6.8 MAAIDEK
De onderkant van het maaidek moet worden gereinigd na ieder gebruik ter
voorkomin g van de ophop ing va n gras , bladeren, vuil of ander materiaal. Als er
zich vuil k an ophopen , kan dat leiden tot roest en corrosie en kan het een goede
mulchwerking verhinderen.
Het maaidek kan worden gereinigd door de grasmaaier t e kantelen en het schoon
te schrapen met een geschikt stuk gereedschap (zorg ervoor dat de bougiekabel
losgekoppeld is).
6.9 INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE
VOORZICHTIG: TRACHT NOOIT INSTELLINGEN UIT TE VOEREN AAN DE
GRASMAAIER ZONDER EERST DE MOTOR TE HEBBEN UITGESCHAKELD
EN DE BOUGIEKABEL TE HEBBEN LOSGEKOPPELD.
VOORZICHTIG: alvorens de maaihoogte te wijzigen, dient u de motor uit te
schakelen en de bougiekabel los te koppelen.
UW GRASMAAIER IS UITGERUST MET EEN CENTRALE HOOGTEVER
STELHENDEL MET 10 STANDEN
Fig 9
Ledig en reinig de zak. Zorg ervoor dat
hij schoon is en dat het gaas niet verstopt
is. (fig. 8)
1. Schakel de grasmaaier uit en koppel de
bougiekabel los alvorens de maaihoogte te wijzigen.
2. De centrale hoogteverstelhendel heeft 10 (7)
verschillende hoogtestanden.
3. Om de maaihoogte te wijzigen, drukt u de
verstelhendel naar het wiel toe en beweegt u
hem naar boven of naar beneden naar de inkeping
die overeenkomt met de gewenste hoogte. (fig.9)
Alle wielen staan altijd op dezelfde maaihoogte.
7. ONDERHOUDSINSTRUCTIES
BOUGIE
Gebruik uitsluitend ee n originel e vervangbougie. Voor een optimaal resultaat
dient de boug ie om de 100 bedrijfsuren te worden vervangen. (Kijk in de
MOTORHANDLEIDING)
8. SMEERINSTRUCTIES
VOORZICHTIG: KOPPEL DE BOUGIE LOS ALVORENS ONDERHOUD UIT
TE VOEREN.
1. WIELEN Smeer de kogellagers in ieder wiel minstens een keer per seizoen
met lichte olie.
2. MOTOR Kijk in de motorhandleiding voor smeerinstructies.
3. MESBEDIENING Smeer de scharnierpunten van de mesbedieningshendel
en de remkabel minstens een keer per seizoen met lichte olie. De mesbediening
moet vrij kunnen bewegen in beide richtingen.
9. REINIGING
VOORZICHTIG: spuit de motor niet af met water. Water kan de motor beschadigen
of het brandstofsysteem verstoren.
1. Veeg het maaidek schoon met een droge doek.
2. Spuit de onderkant van het maaidek schoon door de grasmaaier zo te kantelen
dat de bougie zich bovenaan bevindt.
9.1 MOTORLUCHTFILTER
VOORZICHTIG: zorg ervoor dat het luchtfilterschuimelement niet verstopt raakt
door vuil of stof.
Het motorluchtfilterelement moet om de 25 normale bedrijfsuren worden ge reini gd.
Het schuimelement moet regelmatig worden gereinigd wanneer de grasmaaier
wordt gebruikt in droge en stoffige omstandigheden.
(Kijk in de MOTORHANDLEIDING)
Filters in papier worden vervangen niet gereinigd !!!
Doe het volgende om HET SCHUIM LUCHTFILTER TE REINIGEN
1. Verwijder de schroef.
2. Druk op de twee lipjes op de bovenkant van het filterdeksel. Verwijder het deksel.
3. Was het filterelement in zeepwater. GEBRUIK GEEN BENZINE!
4. Laat het filterelement drogen aan de lucht.
5. Doe enkele druppels SAE30-olie op het schuimfilter en knijp het stevig samen
om eventuele overtollige olie te verwijderen.
6. Installeer het filter opnieuw.
OPMERKING: vervang het filter wanneer het gerafeld, gescheurd of beschadigd
is of wanneer het niet meer kan worden gereinigd.
Filter
deksel
Fig 10
12 12
Filter
deksel