Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloor en schade aan onderdelen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelheden, des te groter de kans op schade aan on-
derdelen van de automaat.
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en perchloorethyleen
Het gebruik van chloorhoudende middelen, zoals natriumhypochloride en poedervormige
chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de chloorconcentratie, de inwerktijd en de tem-
peratuur - de beschermlaag van het roestvrije staal aantasten en corrosie veroorzaken op
onderdelen van de automaat. Om deze redenen dient u af te zien van het gebruik van der-
gelijke middelen. In plaats daarvan adviseren wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen chloorhoudende bleekmiddelen gebruikt, dient
u altijd een antichloorbehandeling uit te voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de
wasautomaat en de was onherstelbaar beschadigd raken.
Antichloorbehandeling
De antichloorbehandeling moet meteen aansluitend op het gebruik van het chloorbleek-
middel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of
bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water, gipsvorming optreden waardoor verontreini-
gingen op het wasgoed en afzettingen in de wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een
behandeling met waterstofperoxide het neutralisatieproces van chloor ondersteunt, dient
daaraan de voorkeur te worden gegeven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de behandelingstemperaturen dienen ter plaatse
volgens de doseeradviezen van de was- en hulpmiddelenfabrikanten te worden ingesteld
en gecontroleerd. Ook moet worden getest of er resten actieve chloor in de was zijn ach-
tergebleven.
14