● De warmwaterboiler voorzichtig naar de opstelplaats dragen,
draaggreep gebruiken.
● Het warmwatervat op de beoogde locatie plaatsen. Aanbe-
volen afstand tot de wand (s1): ≥200 mm (afb. 4-2).
Voor de inbouw van een optionele elektrische verwar-
mingsstaaf (zie hoofdstuk 3.4) is een minimum
afstand "X" van ≥1200 mm tot het plafond nodig.
Bij de opstelling in kasten, achter kratten of in andere
kleine ruimtes, moet er voldoende verluchting (bv. via
een verluchtingsrooster) gewaarborgd worden.
Afb. 4-2
Boiler plaatsen (weergegeven aan de EKHWP)
4.2 Installatie
4.2.1 Belangrijke opmerkingen
WAARSCHUWING!
Bij warmwatertemperaturen >60 °C bestaat
gevaar voor brandwonden. Deze kunnen bij ge-
bruik van installaties op zonne-energie voor-
komen als de legionellabeveiliging geactiveerd
is of de gewenste temperatuur van het warme
water >60 °C is ingesteld.
● Bescherming tegen brandwonden (zie
hoofdst. 3.4.4 „Bescherming tegen brand-
wonden") monteren.
Daikin EKHWP/EKHWC/EKHWD
Daikin Krachtige warmwaterboiler
008.1618732 – 03/2017
4
x
Montage en installatie
LET OP!
Als de warmwaterboiler op een verwarmingssy-
steem wordt aangesloten waarin buizen,
stalen verwarmingselementen of niet tegen
diffusie beveiligde buizen voor vloerverwarming
voorkomen, is het mogelijk dat slib, spaanders
of vijlsel in de boiler terechtkomen en ver-
stopping, plaatselijke oververhitting en cor-
rosieschade veroorzaken.
● Toevoerleidingen voor het vullen van de
warmtewisselaar spoelen.
● Het warmtedistributienet doorspoelen (in een
bestaand verwarmingssysteem).
● Vuilfilter of slibvanger in de verwarmings-
retour monteren (zie hoofdst. 3.4.3).
LET OP!
Als aan de warmtewisselaar voor het op-
slagvat van het onder druk staande zonne-
energiesysteem (afb. 3-2 / afb. 3-4,
pos. 22+23) een extern verwarmingsap-
paraat (bijv. onder druk staand zonne-energie-
systeem, houtketel) wordt aangesloten, kan
door een te hoge aanvoertemperatuur de Daikin
EKHWP / EKHWC / EKHWD beschadigd of ver-
nield worden.
● De aanvoertemperatuur van het externe
verwarmingsapparaat op max. 95 °C
begrenzen.
● Voor drinkwaterleidingen de bepalingen van EN 806 en
EN 1717 in acht nemen.
● Positie en afmetingen van de aansluitingen uit afb. 3-1 tot
afb. 3-4 nemen.
● Koudwateraansluitdruk controleren (maximaal 6 bar).
– Bij hogere drukken in de drinkwaterleiding moet een druk-
regelaar worden gemonteerd.
● Aansluiting van de afvoerleiding op de veiligheids-
overdrukklep (in fabriek) en op de aansluiting van het
membraanexpansievat conform EN 12828 uitvoeren.
●
Aantrekmomenten in acht nemen (zie hoofdst. 9.3 „Draai-
momenten").
● Vereisten voor het verwarmings- en vulwater in acht nemen
(zie hoofdst. 2.4.4).
Om bij een uitgeschakelde verwarmingspomp en in
tijden zonder gebruik van drinkwater te voorkomen dat
warmte via de aansluitleidingen verloren gaat (zwaarte-
krachtcirculatie), moeten circulatieremmen (zie
hoofdst. 3.4.2) in de aansluitingen van de Daikin-boiler gemon-
teerd worden.
Installatie- en gebruikshandleiding
17