Hoofdstuk 4
4.1 Configuratie van het relais
Het systeem opstarten
1. Vanuit het set-up menu van het systeem, Relais selecteren.
2. Wanneer alle installatiewerken beëindigd zijn, de High Output
Door middel van de volgende instellingen blijft de laatste gemeten
waarde tijdens het reinigingsproces behouden. Anders ontstaan
kortstondig incorrecte metingen wegens de reiniging.
1. Selecteer
Bevel
KIES
PARAMETERKEUZE
KIES FUNCTIE
TRANS.INSTEL.
FAIL SAFE
ACTIVEREN:
LAAG ALARM
HOOG ALARM
HYST.LAAG
HYST.HOOG
VERTRAGING AAN
VERTRAGING UIT
1. Selecteer
Bevel
KIES
PARAMETERKEUZE
KIES FUNCTIE
TRANS.INSTEL.
HOOG ALARM
LAAG ALARM
HYST.HOOG
HYST.LAAG
VERTRAGING AAN
VERTRAGING UIT
Air Blast compressor en de controller onder spanning zetten.
SYSTEEM SETUP
>
om de sc100 te configureren.
RELAIS
RELAIS(X)
Tabel 2 Configuratie van het relais voor de sc100
Het relais voor NO (normaal open) aansluiten
SYSTEEM SETUP
>
om de sc1000 te configureren.
SETUP
RELAIS(X)
Tabel 3 Configuratie van het relais voor de sc1000
Het relais voor NC
(normaal gesloten)
>
>
RELAIS SETUP
KIES
Selectie
NH4D sc
COMPRESSOR
ALARM
AAN
NEE
0.1
950
0
0
0
0
>
>
RELAIS
RELAIS INT
Het relais voor NO
(normaal open)
aansluiten
Selectie
NH4D sc
COMPRESSOR
ALARM
GEDEACTIVEERD
0.1
–50
0
0
0
0
>
SYSTEEM
aansluiten
2000
0.1
21