5. Sluit eventuele drogeluchtslangen, turbines of wat in de actuele situatie van toepassing is, aan.
Drogen van ruimtes en vacuümdrogen gebeurt normaliter met een aansluiting voor droge lucht
van 100 mm geopend en de 50 mm aansluitingen gesloten. Laatstgenoemde kunnen worden
gebruikt om droge lucht desgewenst naar een aparte ruimte te voeren. Sluit bij drogen met
geforceerde lucht de T200 aan op een aansluiting van 50 mm. De tweede aansluiting van 50 mm
wordt open gelaten, terwijl de aansluiting van 100 mm wordt gesloten. Zorg er bij drogen met
geforceerde lucht voor dat de totale capaciteit van de turbine of turbines (m
droger overschrijdt. Zorg er ongeacht de gevallen waarin de droger wordt gebruikt voor dat niet
alle aansluitingen voor droge lucht gelijktijdig zijn gesloten.
6. Als er een hygrometer moet worden gebruikt, sluit deze dan aan op de aansluiting voor de
hygrometer op het bedieningspaneel en stel de gewenste richtwaarde in. Verder moet de rode
Man/Hyg-knop in stand Hyg staan. Controleer of de Ventilatieknop in stand "On" (Aan) staat, als
er geen speciale reden voor het tegendeel is. Als hij is uitgeschakeld, draait de ventilator
uitsluitend tijdens drogen, wat het geluid verder vermindert. Het leidt er echter ook toe dat de
lucht niet constant circuleert, wat het droogvermogen kan reduceren.
7. Inspecteer de installatie op eventuele gebreken. Als dat nog niet is gebeurd, sluit u de kabel
weer aan op het elektrische contact, zodat de droger start.
© Corroventa Avfuktning AB
2017.06
3
/u) niet die van de
15 (22)