Plafondinbouw
Voor een vereenvoudigde plafondinbouw van de bewegings-
melder is een plafondinbouwdoos 73A verkrijgbaar (zie
accessoires). Deze dient tegelijkertijd als trekontlasting en
aanrakingsbeveiliging. De inbouwdiameter is 72 mm (boordi-
ameter 73 mm).
Opbouwmontage
Voor de opbouwmontage is een AP-raam 110A verkrijgbaar,
beschermingsgraad IP44 (zie accessoires).
7. Inbedrijfname
1. Instellingen
Alle instellingen worden met behulp van de ETS uit-
gevoerd. Zie document «KNX-handboek theMova»
(applicatiebeschrijving).
Ter ondersteuning van de inbedrijfstelling is optioneel de
managementafstandsbediening «SendoPro 868-A» of de
installatieafstandsbediening «the Senda P» verkrijgbaar.
Met de «SendoPro 868-A» kunnen parameters worden
opgevraagd, aangepast en geoptimaliseerd. Met de «the-
Senda P» kunnen de parameters alleen worden aangepast.
De afstandsbedieningen dienen dan als instelhulpmiddel.
Met de afstandsbediening kunnen een aantal te wijzigen
parameters worden aangepast (zie hoofdstuk «Parameters via
afstandsbediening»).
Door stuurcommando's via de afstandsbediening kan de reac-
tie tijdens het bedrijf worden gewijzigd.
2. Programmeermodus
De programmeermodus kan met de programmeerknop aan
de achterkant van de bewegingsmelder of zonder demontage
van de bewegingsmelder met behulp van de managementaf-
standsbediening «SendoPro 868-A» of de installatieafstands-
bediening «theSenda P» worden geactiveerd.
Toets programmeermodus
Mechanische beveiligingsvergrendeling
3. Apparaat in de toestand bij levering zetten
De bewegingsmelder wordt met een basisinstelling geleverd.
Deze basisinstelling kan weer worden hersteld.
Activeren
Beschrijving
Powerup
De programmeerknop tijdens het bij-
schakelen van de busspanning ingedrukt
houden.
4. Bedrijfstoestand
theMova P360 KNX kent 2 bedrijfstoestanden
•
Normaal
•Test aanwezigheid
5. Inschakelgedrag
Na het bijschakelen van de busspanning of downloaden van
de parameters door de ETS doorloopt de melder eerst de
opstartfase van 30 s, waarna hij overschakelt naar de normale
bedrijfstoestand. Een LED geeft de huidige toestand weer.
1. Opstartfase (30 s)
•
De LED knippert elke seconde.
•
Uitgang licht zendt lichtsterkeonafhankelijk een
AAN-telegram
•
Bij afwezigheid of onvoldoende lichtsterkte wordt na 30
s een UIT-telegram gezonden (licht UIT).
2. Bedrijfstoestand Normaal
•
De melder is klaar voor gebruik (LED UIT).
3. Bij storing
•
De LED knippert snel
•
Voor het verhelpen van storingen zie hoofdstuk «Verhel-
pen van storingen»
3