4
x
Montage en installatie
● Verbind de afvoerslang met het aansluitstuk voor de veilig-
heidsoverloop (zie afb. 4-6 en afb. 3-1, pos. 23).
– Transparante afvoerslang gebruiken (uittredend water
moet zichtbaar zijn).
– Afvoerslang op een afvoerinstallatie met voldoende
inhoud aansluiten.
– Afvoer mag niet afsluitbaar zijn.
Afb. 4-6
Montage afvoerslang aan de veiligheidsoverloop
4.4.1 Optioneel: Aansluiting externe verwarming
Voor de ondersteuning of als alternatief voor de verwarming door
de warmtepomp kunnen externe verwarmingen (bijv. zonne-
energie, gas- of olieketel) op de DAIKIN EKHHP aangesloten
worden.
De door de externe verwarming geleverde warmte moet naar het
drukloze boilerwater in de boiler van de DAIKIN EKHHP geleid
worden.
● De hydraulische aansluiting aan de hand van de twee
volgende mogelijkheden uitvoeren:
a) DAIKIN EKHHP:
(zonnesysteem aanvoer en retour) van de boiler
of
b) Alleen EKHHP500A*2V3:
zonne-energie warmtewisselaar.
– Positie en afmetingen van de aansluitingen staan vermeld
op afb. 3-1 en tab. 3-1.
– Hydraulische systeemverbinding aan de hand van
afb. 4-5 uitvoeren.
–
Neem het voorgeschreven aanhaalmoment in acht
(zie hfst. 4.1).
– Leg de leidingen zo dat na de montage de geluidsisolatie-
kap zonder problemen geplaatst kan worden.
Installatie- en gebruiksaanwijzing
14
drukloos via de aansluitingen
via de geïntegreerde
4.5 Koudemiddelleidingen leggen
● Controleer of een olievangboog noodzakelijk is.
– Noodzakelijk als DAIKIN EKHHP niet gelijkvloers met het
warmtepompbuitentoestel wordt geïnstalleerd (afb. 4-7,
H
≥ 10 m).
O
– Ten minste één olievangboog moet om de 10 m hoogte-
verschil worden geïnstalleerd (afb. 4-7, H = afstand van
olievangbogen onderling).
– Olievangboog alleen in de gasleiding noodzakelijk.
● Leidingen leggen met buigtoestel en voldoende afstand om
elektrische leidingen te leggen.
● Solderingen aan leidingen alleen met een licht stikstofdebiet
(alleen hard solderen toegestaan).
● Warmte-isolatie aan de verbindingspunten pas na de
inbedrijfstelling aanbrengen (vanwege lekkages zoeken).
● Flensverbindingen maken en op de apparaten aansluiten (
aanhaalmomenten in acht nemen, zie hfst. 4.1).
E
A
A
DAIKIN ERWQ
B
DAIKIN EKHHP
C
Gasleiding
D
Vloeistofleiding
E
Olievangboog
H
Hoogte tot de 1e olievang (max. 10 m)
H
Hoogteverschil tussen warmtepompbuiten- en binnentoestel.
O
Afb. 4-7
Olievangboog koudemiddelleiding
B
C
D
DAIKIN EKHHP
DAIKIN Warmwater warmtepomp
008.1423499_07 – 06/2019 – NL