Bedieningshandleiding
Veiligheidsschakelaar
3.2 Montage van de bediensleutel
De markeringen aan de gebruikte bedienopening van
de veiligheidsschakelaar en op de bediensleutel moeten
tegenover elkaar staan.
Verbind de bediensleutel rechtstreeks vormgesloten met de
beschermvoorziening. Als de schakelaar via nieten of lassen bevestigd
wordt, moet men er op letten dat de insteekdiepte van de bediensleutel
niet wijzigt.
De veiligheidscomponent en de bediensleutel moeten via
geschikte maatregelen (gebruik van eenwegschroeven,
lassen, nieten, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden.
Neem ook de opmerkingen van de normen ISO 12100,
ISO 14119 en 14120. in acht.
Bedieningsradii van de bediensleutel
Bij de montage van de draaibare beschermvoorziening moet men er
op letten dat het draaipunt zich ter hoogte van het oppervlak van de
veiligheidsschakelaar bevindt, waar de bedienbeugel ingestoken wordt
(zie tabel).
Opmerking
De kogelarrêtering (-2053) wordt ingesteld nadat de
beschermvoorziening gemonteerd is. Hiertoe moeten de schroeven van
de kogelarrêtering gelijkmatig met een schroevendraaier vastgedraaid
worden.
Bedieningsradii
B6L
B6R
B1
B1-1747
B1-2024
B1-2053
B1-2177
d
Legende
Bedieningsradii via de smalle kant van de bediensleutel
d
Bedieningsradii via de brede kant van de bediensleutel
d
d
Het draaipunt van het scharnier en de bovenkant van de
veiligheidsschakelaar plus d mm moeten een vlak vormen.
De basisinstelling is op de kleinste radius R
d
d
R
d
R
d
min
min
[mm]
[mm]
[mm]
[mm]
120
11
60
11
120
11
60
11
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
ingesteld.
min
3.3 Afmetingen
Alle maten in mm.
B
C
A
D
9
M16 x 1,5
13
30
Legende
A - D
4 bedienopeningen
Rechte bedieningssleutel B1
56
40
¤ 5,5
23
Rechte bedieningssleutel B1-1747
Met houdmagneet
56
40
ø 5,5
23
Rechte bedieningssleutel B1-2024
Met sleufafdekking
58
40
23
NL
40
28
5,5
STL
STR
ST
52
16
2
ø 5,5
AZ 16ZI
3