Instellingen
Uw apparaat bevat een sensor voor vingerafdrukherkenning onderaan in het midden van het
•
scherm. Controleer of de screenprotector of het aanraakscherm op de plek van de sensor voor
vingerafdrukherkenning niet is bekrast of beschadigd door voorwerpen, zoals munten, sleutels,
pennen en kettingen.
Zorg dat het gebied rondom de sensor voor vingerafdrukherkenning en uw vingers schoon en droog
•
zijn.
Als u uw vinger buigt of uw vingertop gebruikt, herkent het apparaat uw vingerafdrukken mogelijk
•
niet. Druk op het scherm zodat uw vingertop over het brede oppervlak van het gebied voor de
vingerafdrukherkenning ligt.
Vingerafdrukken vastleggen
1
Tik op het scherm Instellingen op Beveiliging en privacy → Biometrie → Vingerafdrukken.
2
Lees de instructies op het scherm en tik op Doorgaan.
3
Stel een schermvergrendelingsmethode in.
4
Tik op Registreren en plaats uw vinger op de sensor voor vingerafdrukherkenning. Nadat het
apparaat uw vinger heeft gedetecteerd, tilt u deze op en plaatst u deze weer op de sensor voor
vingerafdrukherkenning.
Herhaal deze actie totdat de vingerafdruk is geregistreerd.
5
Wanneer u klaar bent met het registreren van de vingerafdrukken, tikt u op Gereed.
U kunt controleren of uw vingerafdruk is geregistreerd door te tikken op Toegev. vingerafdrukken
bekijken.
142