5. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
6. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
7. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
8. Wacht tot de binnentemperatuur op het basisstation wordt weergegeven.
INSTRUCTIE! Bij het overschakelen van netvoeding naar batterijvoeding of omgekeerd
wordt de voeding om technische redenen tijdelijk uitgeschakeld. Uitzondering: permanente
stroomvoorziening op batterijen.
Remote sensor
9. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
10. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
11. Stel de kanaalkeuzeschakelaar in op het gewenste kanaal.
INSTRUCTIE! Dit weerstation kan worden uitgevoerd met een of meerdere draadloze senso-
ren. Elke aangesloten draadloze sensor moet op een ander kanaal worden ingesteld. Als er
slechts één draadloze sensor is aangesloten, moet deze op kanaal 1 worden ingesteld.
12. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
9 Automatische tijdinstelling
Na het inschakelen zoekt het toestel automatisch naar het radiosignaal. Het duurt ongeveer 3-8 minu-
ten om dit proces te voltooien.
Als het radiosignaal correct wordt ontvangen, worden de datum en tijd automatisch ingesteld en wordt
het ontvangstsymbool weergegeven.
Als er geen radiosignaal wordt ontvangen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk gedurende ca. 2 seconden op de OMLAAG-knop om de ontvangst van het radiosignaal op-
nieuw te starten.
2. Als er nog steeds geen radiosignaal wordt ontvangen, moet de tijd handmatig worden ingesteld.
10 Handmatige tijdinstelling
1. Houd de SET-toets ca. 3 seconden ingedrukt om naar de tijdinstelmodus over te schakelen.
2. De in te stellen cijfers knipperen.
3. Druk op de +/CHANNEL of -/MEM knop om de waarde te wijzigen.
4. Druk op de knop SET om te bevestigen en verder te gaan naar de volgende instelling.
5. Volgorde van de instellingen: 12/24-uursmodus > Uren > Minuten > Jaar > Maand (M) en Dag
(D) / Dag (D) / Dag (D) en Maand (M) > Maand > Dag > Dag > Tijdcompensatie > Tijdsignaalont-
vangst (RCC) AAN/UIT > DST (Zomertijd) AUTO/OFF > Weersvoorspellingsanimatie AAN/UIT
6. Druk tenslotte op de SET-knop om de instellingen op te slaan en de instelmodus te verlaten.
11 Alarm instellen
1. Houd de ALARM-knop ca. 3 seconden ingedrukt om naar de instelmodus voor de alarmtijd te
gaan.
2. De in te stellen cijfers knipperen.
3. Druk op de knop UP of DOWN om de waarde te wijzigen.
4. Druk op de knop SET om te bevestigen en verder te gaan naar de volgende instelling.
5. Volgorde van de instellingen: Uren > Notulen
6. Druk tenslotte op de SET-knop om de instellingen op te slaan en de instelmodus te verlaten. Het
alarm wordt automatisch geactiveerd. Het
symbool wordt weergegeven.
11 / 20