1
1
2
2
3
3
4
1
10 m
10 m
maximaal toegestaan verschil:
≤ 2 mm
nl
8.1 Controle van de nauwkeurigheid
De STABILA-rotatielaser LAR 160/ LAR 160 G is on-
twikkeld voor gebruik op bouwplaatsen en heeft onze
fabriek in correct afgestelde toestand verlaten. De nauw-
keurigheid van de kalibratie moet zoals bij elk precisie-
-instrument regelmatig worden gecontroleerd. Telkens
voor aanvang van het werk, met name wanneer het ap-
paraat heeft blootgestaan aan sterke schokken, moet
er een controle plaatsvinden.
Horizontale controle
Verticale controle
8.2 Horizontale controle
Controle van het lijnniveau van de horizontale laserlijn
Houd u zo nauwkeurig mogelijk aan de afgebeelde uitrich-
ting van het apparaat.
1. De LAR 160/160 G wordt op een afstand van minstens
2. Schakel het laserapparaat in en wacht tot het apparaat
3. Markeer het zichtbare midden van de laserlijn op de
4. Draai het complete laserapparaat 90° zonder de hoogte
5. Markeer het midden van de laserlijn op de wand (punt 2).
6. Herhaal de stappen 4 en 5 twee keer om de punten 3
7. Als de 4 controlepunten zich bij een afstand van 10 m op
11
10 m voor een wand neergezet op een horizontaal vlak
of gemonteerd op een statief met het bedieningsveld in
de richting van de wand.
automatisch is genivelleerd.
wand – meting 1 (punt 1). Er kan ook worden gewerkt
met een receiver.
van de laser te veranderen (d.w.z. het statief mag niet
worden versteld). Laat het apparaat weer een automati-
sche zelfnivellering uitvoeren.
en 4 te verkrijgen.
minder dan 2 mm van elkaar bevinden, is de toegestane
tolerantie van het laserapparaat van ± 0,1 mm/m in acht
genomen. Daarbij staan de punten 1 en 3 voor de X-as
van het apparaat en de punten 2 en 4 voor de Y-as van
het apparaat.