6.3 Zones luchtzijdig inregelen
Doormiddel van de inregel modus kan de lucht toe- en afvoer per zone worden
ingeregeld en gecontroleerd. Beide zones worden ingeregeld in stand 3. Volg hiervoor
de volgende stappen:
Stap 1
Druk 8 seconden de knop van <Zone 1> in, totdat LED 1 oranje knippert.
Stap 2
Na het loslaten van de knop is de inregelmodus van zone 1 geactiveerd.
Gedurende 20 minuten zal alleen zone 1 geopend worden en zal het toestel
de maximale luchthoeveelheid ventileren die is ingesteld voor zone 1.
Stap 3
Meet in zone 1 per ruimte de luchthoeveelheid op de toevoerventielen
en stel indien nodig bij door de ventielen te openen of te sluiten.
Stap 4
Wissel van zone door eenmalig op de knop van ZONE 2 te drukken.
Stap 5
Meet in zone 2 de totale luchthoeveelheid op de toevoerventielen
en stel indien nodig bij door de ventielen te openen of te sluiten.
Stap 6
Indien beide zones juist zijn ingeregeld kan dit worden bevestigd door een
van de knoppen 4 seconden in te houden. Na bevestiging knipperen beide
LEDs 10x groen.
Stap 7
Pas, indien nodig, de toestelcapaciteit aan door de dipswitches van stand 3
te wijzigen.
Stap 8
Indien het verbinden niet lukt zullen beide LED's 4x rood knipperen.
36
Menu knoppen: Zone 1 Zone 2
index
Status
LED Zone 1
Status
LED Zone 2