Gebruikershandleiding KOMO vetafscheiders HDPE HV/E
f.
Deksels mogen alleen geopend worden voor inspectie en onderhoud en mogen niet geopend
onbewaakt worden achtergelaten. Dit om te voorkomen dat de deksel onnodig en in ongewenste
situaties openstaat.
g.
Draag veiligheidsschoeisel conform de daarvoor geldende normen.
4
Transport en opslag
Opslag van de vetafscheiders dient trillingvrij te gebeuren en op een vlakke en stevige ondergrond.
De vetafscheiders mogen alleen verplaatst worden aan de daarvoor bestemde hijspunten. Vermijd tijdens
transport te allen tijde stoten en botsen van en tegen de vetafscheider. Dit kan haarscheuren veroorzaken
welke grote gevolgen kunnen hebben voor de levensduur van de producten. Ook dient ervoor gezorgd te
worden dat de vetafscheiders tijdens transport niet kunnen verschuiven. Indien noodzakelijk dienen de
vetafscheiders vergrendeld te worden. Gebruik voor het hijsen van de vetafscheider(s) alleen gecertificeerd
hijsmateriaal.
Loop in geen enkel geval ongeval onder een opgehesen vetafscheider door!
5
Plaatsen en installatie
Controleer altijd of geleverd is volgens de overeenkomst. Controleer bij aflevering de verpakking en installatie
en alle onderdelen op (transport)beschadiging, breuk of gebreken.
Bij alle handelingen betreffende plaatsing en installatie dienen de geldende veiligheidsnormen in acht
genomen te worden! Loop in geen enkel geval ongeval onder de opgehesen afscheiders door!
a.
Verwijder vóór plaatsing van de afscheiders en eventueel toebehoren alle bijgeleverde
verpakkingsmaterialen, zoals pallets, plastic folies, staalband etc.
b.
Bij voorkeur de afscheider(s) niet binnen te plaatsen i.v.m. onder andere bereikbaarheid en
installatiegemak. De afvoerleidingen dienen dan een vorstvrije inbouwdiepte te hebben van minimaal
600 mm onder maaiveld.
c.
De koper/installateur dient bij plaatsing in de grond op de hoogte te zijn van de bodemsituatie ter
plaatse en afhankelijk van de bodemgesteldheid de nodige voorzieningen te treffen ter preventie van
opdrijven c.q. wegzakken van het geleverde product, rekening houdend met de verkeersbelasting. De
afscheider(s) dienen rondom in gestabiliseerd zand te worden geplaatst. Bij het aanvullen van de
bouwput dient men laagsgewijs zand aan te brengen met een maximale laagdikte van ca. 50 cm.
Deze laag dient vervolgens mechanisch verdicht te worden alvorens men de volgende laag
aanbrengt. Dit aanvullen van de bouwput kan gebeuren tot net onder de aan- en afvoerleidingen. Bij
intensieve zwaar verkeersbelasting dient een voldoende zwaar berekende vrijdragende betonplaat te
worden gestort over de afscheider (zie ook figuur 1). Indien de grondgesteldheid dit vereist, dient
tevens een voldoende gewapende en berekende betonplaat onder de afscheiders te worden geplaatst
om wegzakken te voorkomen.
De hoogste aansluitstomp is de inlaat gemarkeerd met " N" Het afval ater mag uitsluitend via deze
d.
inlaat worden toegevoerd.
e.
Om te voorkomen dat bij een calamiteit de reeds in de afscheider opgeslagen vetten door het deksel
naar buiten kunnen stromen en als zodanig verontreiniging van de omliggende bodem kunnen
veroorzaken, is het noodzakelijk dat de deksel(s) van de complete afscheiderinstallatie ruim boven het
hoogste lozingspunt (goot of kolk) komen te liggen.
f.
Indien er geconstateerd is dat er in de vetafscheider voorwerpen liggen die mogelijke schade kunnen
veroorzaken, dienen deze vóór de ingebruikname verwijderd te worden.
wijzigingen voorbehouden – alle rechten voorbehouden
ESEP Milieutechniek B.V. | NL: postbus 10069
| BE:
6000 GB Weert
postbus 7
3945 Ham
T: +31 495 543 430
F: +31 495 532 135
T: +32 11 241 649
F: +32 11 2426 30
5 van 12
info@esep.nl
www.esep.nl