Display
Beschrijving
overbelastingsdetectie is gekozen.
1412 lichte belastingsmodus mislukt gewichtsfunctie gegevens overbelasting kalibratiefout: Voer de
33
gewichtskalibratie opnieuw uit.
35
Controleer of het kalibratieproces omgekeerd is uitgevoerd
36
Controleer of de spanning van het voertuig te laag is en of deze moet worden opgeladen.
38
Fout bij mislukte kalibratie van de gewichtsfunctie bij overbelasting: Voer de gewichtskalibratie opnieuw uit.
Niveau van de batterij bijna leeg: Controleer het batterijniveau en vul de elektrolyt bij als het vloeistofpeil te
39
laag is. Controleer of de vloeistofniveauschakelaar correct is geï nstalleerd.
40
GPS herverbindingsfout: Controleer de verbindingsstatus
41
Vrijgeven van ontgrendelingsinstructie via platform (alleen van toepassing op de ECU met de GPS-functie)
Fout bij indrukken van knop voor bocht naar links op platform tijdens starten. U moet ervoor zorgen dat
42
knoppen op het handvat niet worden ingedrukt. Indien dit niet kan, overweeg dan om de hendel of de PCU
te vervangen.
Fout bij indrukken van knop voor bocht naar rechts op platform tijdens starten: U moet ervoor zorgen dat
43
knoppen op het handvat niet worden ingedrukt. Indien dit niet kan, overweeg dan om de hendel of de PCU
te vervangen.
Fout bij het indrukken van de knop van de inschakelknop op het platformhendel tijdens het starten: U moet
46
ervoor zorgen dat startknop op het handvat niet wordt ingedrukt. Indien dit niet kan, overweeg dan om de
hendel of de PCU te vervangen.
Fout "De platformhendel staat niet in de middelste stand" tijdens het starten: Controleert u of de hendel zich
47
in de middelste stand bevindt en controleer de parameterinstelling voor de middelste stand. Indien normaal,
overweeg dan om de hendel of de PCU te vervangen.
Voorwaartse spoelfout: Controleer de aansluiting van de spoel en bevestig dat deze normaal is. Indien
52
normaal, controleer dan de spoel op kortsluiting of open circuit.
Achterwaartse spoelfout: Controleer de aansluiting van de spoel en bevestig dat deze normaal is. Indien
53
normaal, controleer dan de spoel op kortsluiting of open circuit.
Hijsfout van heffen spoel: Controleer de aansluiting van de spoel en bevestig dat deze normaal is. Indien
54
normaal, controleer dan de spoel op kortsluiting of open circuit.
Heffout bij het verlagen van de spoel: Controleer de aansluiting van de spoel en bevestig dat deze normaal
55
is. Indien normaal, controleer dan de spoel op kortsluiting of open circuit.
Fout bocht naar spoel rechts: Controleer de aansluiting van de spoel en bevestig dat deze normaal is. Indien
56
normaal, controleer dan de spoel op kortsluiting of open circuit.
Fout bocht naar spoel links: Controleer de aansluiting van de spoel en bevestig dat deze normaal is. Indien
57
normaal, controleer dan de spoel op kortsluiting of open circuit.
Fout remspoel: Controleer de aansluiting van de spoel en bevestig dat deze normaal is. Indien normaal,
58
controleer dan de spoel op kortsluiting of open circuit.
60
Controleer de motorcontroller.
Laat de machine afkoelen en controleer de bedrading. Indien de bedrading in orde is, vervang dan de
61
motorcontroller
Herstart de machine, wanneer er een fout is, controleer dan de hoofdoorzaak; vervang de motorcontroller
62
als de fout nog steeds bestaat
63
Controleer de bedrading, herstarten en vervang indien nodig de motorcontroller
Controleer of de vrijgave vertraging van de motorparameter te kort is, en bevestig dat de parameter correct
64
is
Hoogwerker Bedieningshandleiding
37