ALGEMENE WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
Belangrijke veiligheidsinstructies.
Volg alle instructies op; een onjuiste installatie kan tot ernstig letsel leiden.
Lees, alvorens met uw werkzaamheden te beginnen, ook de algemene waarschuwingen voor de gebruiker.
Dit product mag alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor het expliciet is bestemd. Elk ander gebruik moet als
gevaarlijk worden beschouwd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die is veroorzaakt door oneigenlijk, verkeerd en
onverstandig gebruik.
Het product waar deze handleiding bij hoort, wordt volgens de machinerichtlijn 2006/42/EG gedefinieerd als een niet-
voltooide machine.
Een niet-voltooide machine is een samenstel dat bijna een machine vormt maar dat niet zelfstandig een bepaalde
toepassing kan realiseren.
Niet-voltooide machines zijn uitsluitend bedoeld om te worden ingebouwd in of samengebouwd met andere machines,
andere niet-voltooide machines of apparaten, tot een machine waarop de machinerichtlijn 2006/42/EG van toepassing is.
De eindinstallatie moet conform de machinerichtlijn 2006/42/EG en de geldige toepasselijke Europese normen zijn.
De producent wijst iedere aansprakelijkheid af voor het gebruik van niet-originele producten. Dergelijk gebruik maakt
tevens de garantie ongeldig.
Alle in deze handleiding aangegeven verrichtingen mogen uitsluitend door bekwaam en gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd en met inachtneming van de geldende wetgeving.
De plaatsing van de kabels, de installatie, de aansluiting en de keuring moeten op professionele wijze worden uitgevoerd
en met inachtneming van de geldende normen en wetten.
Vergewis u ervan dat tijdens de installatie de stroom is uitgeschakeld.
Controleer of de installatieplek geschikt is voor het aangegeven temperatuurbereik.
Het apparaat moet gevoed worden met een spanning die overeenkomt met de waarde aangegeven op het
identificatieplaatje. De voeding moet worden geleverd middels een systeem met zeer lage veiligheidsspanning.
Monteer de automatisering niet op elementen die door kunnen buigen. Voeg, indien nodig, versterkingen toe aan de
bevestigingspunten.
Zorg ervoor dat de automatisering op haar installatieplek niet nat wordt gemaakt door directe waterstralen
(sproeisystemen, hogedrukreinigers, etc.).
Zorg ervoor dat, conform de installatievoorschriften, het voedingsnet voorzien is van een meerpolige
onderbrekingsschakelaar die beveiliging biedt bij omstandigheden die gelden voor overspanningscategorie III.
Omhein naar behoren de hele plek om de toegang van onbevoegden, in het bijzonder minderjarigen en kinderen, te
voorkomen.
Zorg er bij handmatige verplaatsing voor dat er voor elke 20 kg een persoon is; bij niet-handmatig verplaatsen dienen er
geschikte middelen te worden gebruikt voor een veilige verplaatsing.
Gebruik geschikte beveiligingsinrichtingen om mogelijke mechanische risico's te vermijden als gevolg van de aanwezigheid
van personen binnen het bewegingsgebied van de automatisering.
De elektrische kabels moeten door daarvoor bestemde buizen, geleiders of goten worden geleid teneinde geschikte
bescherming tegen mechanische schade te garanderen.
De elektrische kabels mogen niet in contact komen met onderdelen die tijdens de werking heet kunnen worden
(bijvoorbeeld: motor en transformator).
Alvorens te beginnen met de installatie dient u te controleren of het geleide deel in goede mechanische staat verkeert en of
het goed opent en sluit.
Het product mag niet worden gebruikt om een geleid deel met een voetgangersdeur te automatiseren, tenzij de werking
alleen met de voetgangersdeur in veiligheidsstand activeerbaar is.
Verifieer of de beweging van het geleide deel geen beknelling kan veroorzaken tussen het geleide deel en de vaste delen
rondom.
Alle vaste bedieningen moeten na de installatie duidelijk zichtbaar zijn en zich op een zodanige plek bevinden dat het
geleide deel direct zichtbaar is, maar toch ver van de bewegende delen. Als er een hold-to-run-bediening is, moet deze op
een minimale hoogte van 1,5 m van de grond en buiten het bereik van onbevoegden geïnstalleerd worden.
Indien deze nog niet aanwezig is, breng een permanente sticker aan waarop aangegeven staat hoe de handmatige
ontgrendeling bij het bijbehorende aandrijfelement gebruikt moet worden.
Controleer of de automatisering goed afgesteld is en of de eventuele bijbehorende beveiligingen en beschermingen,
evenals de handmatige ontgrendeling, goed werken.