Snelstartgids
4
Fysieke installatie
4.1
Montage van de sensor
Procedure
1. Bepaal de locatie waar de sensor moet worden vastgezet. Reinig het
oppervlak waar de sensor contact maakt met de leiding; verwijder
met name deeltjes die het contact van de transducer met het
leidingvlak kunnen belemmeren of die het aanlegvlak van de
transducer kunnen beschadigen. Breng met een stift een
permanente markering aan om exact aan te geven waar elke sensor
moet worden geplaatst.
2. Verwijder de beschermkap van de sensor. Zorg dat gereedschap en
bevestigingen van de sensor vandaan blijven terwijl de beschermkap
is verwijderd. Zorg dat de metalen ring en de rubberen drager zijn
aangebracht voordat u de sensor installeert. Ga niet verder met
installeren als een van deze onderdelen ontbreekt.
3. Plaats de sensor op de gewenste locatie op de leiding.
De in de sensor gebruikte magneten hebben een aanzienlijke
trekkracht. Om schade te voorkomen en de exacte montagelocatie
voor elke sensor te verkrijgen, houdt u de sensor onder een hoek ten
opzichte van de leiding en laat u de drager vervolgens rustig neer op
de leiding.
10
Let op!
Juni 2019
Emerson.com/Rosemount