INHOUD LEGENDA ..............................395 WAARSCHUWINGEN............................ 395 AANSPRAKELIJKHEID..........................395 ALGEMEEN ............................396 Toepassingen ..........................396 Technische kenmerken ......................... 397 INSTALLATIE ............................400 Bevestiging van het apparaat ....................... 400 Aansluitingen..........................402 HET TOETSENBORD EN HET DISPLAY ....................414 Menu's ............................. 415 Toegang tot de menu's ........................415 Structuur van de menupagina's ....................
Pagina 6
BETEKENIS VAN DE AFZONDERLIJKE PARAMETERS..............430 Menu Gebruiker ..........................430 Menu Monitor ..........................431 Menu Setpoint..........................432 Menu Handbediening ........................433 Menu Installateur ..........................434 Menu Technische service......................441...
Pagina 7
BEVEILIGINGSSYSTEMEN ........................451 Beschrijving van de blokkeringen ....................451 Handmatige reset van de foutcondities ..................452 Automatisch herstel van foutcondities ..................452 RESET EN FABRIEKSINSTELLINGEN....................454 Algemene reset van het systeem ....................454 Fabrieksinstellingen ........................454 Herstel van de fabrieksinstellingen ....................454 INDEX VAN DE TABELLEN...
1.2 Technische kenmerken Voeding van de inverter Uitgang van de inverter Mechanische kenmerken Installatie Hydraulische regel- en werkingskenmerken Sensoren Werking en beveiligingen...
Pagina 12
Voeding van de inverter Uitgang van de inverter Mechanische kenmerken Installatie Hydraulische regel- en werkingskenmerken Sensoren Werking en beveiligingen...
Pagina 13
Voeding van de inverter Uitgang van de inverter Mechanische kenmerken Installatie Hydraulische regel- en werkingskenmerken Sensoren Werking en beveiligingen Tabel 1: Technische kenmerken...
2.2 Aansluitingen Afbeelding 3: Demontage van het deksel voor toegang tot de aansluitingen 2.2.1 Elektrische aansluitingen Afbeelding 4: Elektrische aansluitingen 2.2.1.1 Aansluiting op de voedingslijn AD 2.2 AC - 1.5 AC - 1.0 AC...
Pagina 17
Klasse A 10 m 20 m 30 m 40 m 50 m 60 m 70 m 80 m 90 m 100 m 120 m 140 m 160 m 180 m 200 m 12 A 16 A 20 A 24 A 28 A Tabel 2: Doorsnede van de voedingskabel eenfase lijn 2.2.1.2...
Elektrische aansluitingen op de elektropomp 2.2.1.4 lektrische aansluitingen op de elektropomp AD 2.2 AC - 1.5 AC - 1.0 AC Afbeelding 5: Aansluiting pomp AD 2.2 AC - 1.5 AC - 1.0 AC Als de aardlijnen per abuis worden aangesloten op een klem die niet de aardklem is, kan het hele apparaat hierdoor onherstelbaar beschadigd worden.
AD 2.2 AC AD 1.5 AC AD 1.0 AC AD 5.5 AC AD 4.0 AC AD 3.0 AC AD 15.0 AC AD 11.0 AC AD 7.5 AC Tabel 3: Opgenomen stroom en capaciteit van de magnetothermische schakelaar voor het maximumvermogen...
Pagina 20
LEGENDA Afbeelding 6: Hydraulische installatie...
Pagina 21
2.2.3 Aansluiting van de sensoren Afbeelding 7: Aansluitingen sensoren 2.2.3.1 Aansluiting van de druksensor Aansluiting enkele inverter:...
Pagina 22
Afbeelding 8: Aansluiting druksensor 4 - 20 mA Tabel 5: aansluiting van de druksensor 4 - 20 mA Aansluiting meerdere inverters:...
Afbeelding 9: Aansluiting druksensor 4 - 20 mA in een multi inverter systeem LEGENDA De kleuren hebben betrekking op de als accessoire geleverde 4- 20mA sensor 2.2.3.2 Aansluiting van de debietsensor...
2.2.4 Elektrische aansluitingen gebruikersingangen en -uitgangen 2.2.4.1 Uitgangscontacten OUT 1 en OUT 2: Kenmerken van de uitgangscontacten Tabel 6: kenmerken van de uitgangscontacten L1 gaat aan wanneer de pomp geblokkeerd is (bijv. "BL": blokkering wegens ontbreken water). L2 gaat aan wanneer de pomp in bedrijf is("GO").
2.2.4.2 Ingangscontacten (optisch gekoppeld) Kenmerken van de ingangen N.B. De ingangen kunnen met iedere polariteit worden aangestuurd (positief of negatief ten opzichte van de eigen massaretour) Tabel 7: kenmerken van de ingangen...
Afbeelding 11: Voorbeeld van aansluiting van de ingangen Bedrading ingangen (J5) Tabel 8: Aansluiting ingangen...
Pagina 27
Wanneer de schakelaar op I1 sluit, blokkeert de pomp en wordt "F1" gesignaleerd (bijv. I1 verbonden met een vlotter zie par. 6.6.13.2 Wanneer de schakelaar op I2 sluit, wordt de regeldruk "P2" (zie par. 6.6.13.3 Wanneer de schakelaar op I3 sluit, blokkeert de pomp en wordt "F3" gesignaleerd (zie par.
3 HET TOETSENBORD EN HET DISPLAY Afbeelding 12: Aanzien van de gebruikersinterface Tabel 9: Functies toetsen bij het indrukken van de toets + of de toets - wordt de geselecteerde grootheid gewijzigd en onmiddellijk in het permanente geheugen (EEprom) opgeslagen. Wanneer de machine in deze fase per ongeluk wordt uitgeschakeld, zal de zojuist gewijzigde parameter niet verloren gaan.
3.1 Menu's 3.2 Toegang tot de menu's 3.2.1 Rechtstreekse toegang met toetsencombinaties NAAM VAN HET TOETSEN VOOR INDRUKTIJD MENU RECHTSTREEKSE TOEGANG Tabel 10: toegang tot de menu's...
Pagina 30
Beperkt menu (zichtbaar) Uitgebreid menu (rechtstreekse toegang of wachtwoord) Hoofdmenu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Gebruiker Monitor Setpoint Handbediening Installateur Technische mode mode-set set-plus-min mode-set-min (bewaking) Service set-min mode-set-plus MAIN Legenda...
Afbeelding 14: Schema van de mogelijke manieren om toegang tot de menu's te krijgen 3.3 Structuur van de menupagina's Fout- of statuscondities die op de hoofdpagina worden weergegeven Identificatiecod Beschrijving Tabel 12: Status- en foutmeldingen in de hoofdpagina...
Afbeelding 15: Weergave van een menuparameter Indicaties in de statusbalk onder aan iedere pagina Identificatiecod Beschrijving Tabel 13: indicaties in de statusbalk 3.4 Blokkering instelling parameters via wachtwoord...
4 MULTI INVERTER SYSTEEM 4.1 Inleiding multi inverter systemen 4.2 Aanleggen van een multi inverter installatie Als u meerdere druksensoren gebruikt, dient u op te letten dat op de leiding waarop ze gemonteerd zijn geen terugslagkleppen tussen de ene sensor en de andere aanwezig zijn, anders is het mogelijk dat er afwijkende drukwaarden worden afgelezen met als resultaat een onjuiste gemiddelde aflezing en een afwijkende regeling.
4.2.2.3 Druksensoren 4.2.3 Aansluiting en instelling van de optisch gekoppelde ingangen 4.3 Parameters die gekoppeld zijn aan de multi inverter functionering op hun beurt onder te verdelen in 4.3.1 Parameters die belangrijk zijn voor de multi inverter 4.3.1.1 Parameters die alleen lokaal belangrijk zijn...
4.3.1.3 Parameters met facultatieve uitlijning 4.4 Eerste start van een multi-inverter systeem 4.5 Regeling multi-inverter 4.5.1 Toekenning van de startvolgorde...
5 INSCHAKELING EN INBEDRIJFSTELLING 5.1 Hoe gaat u te werk bij de eerste inschakeling 5.1.1 Instelling van de nominale stroom 5.1.2 Instelling van de nominale frequentie Een onjuiste instelling van de parameters RC en FN en een verkeerde aansluiting kunnen de fouten "OC", "OF"...
5.1.3 Instelling van de draairichting Methode voor het observeren van de rotatiefrequentie 5.1.4 Instelling van de setpoint druk 5.1.5 Installatie met stromingsensor 5.1.6 Installatie zonder stromingsensor...
Pagina 43
5.2 Het oplossen van problemen die zich vaak voordoen bij de eerste installatie Storing Mogelijke oorzaken Oplossingen Het display toont Het display toont Het display toont Het display toont Het display toont Het display toont Regeldruk groter dan Het display toont De pomp stopt nooit De pomp stopt ook wanneer men dit niet...
6 BETEKENIS VAN DE AFZONDERLIJKE PARAMETERS 6.1 Menu Gebruiker 6.1.1 FR: weergave van de rotatiefrequentie 6.1.2 VP: weergave van de druk 6.1.3 C1: weergave van de fasestroom 6.1.4 PO: Weergave van het afgegeven vermogen 6.1.5 SM: systeembewaking (monitor) Weergave van het systeem Statusinformatie onder het Status Pictogram...
Pagina 45
om meer ruimte over te laten voor de weergave van het systeem, zal de naam van de parameter SM niet worden aangegeven, maar het opschrift "systeem" midden onder de menunaam. 6.1.6 VE: weergave van de versie 6.2 Menu Monitor 6.2.1 VF: weergave van de stroming 6.2.2 TE: weergave van de temperatuur van de eindvermogenstrappen...
6.2.6 LA: taal 6.2.7 HO: bedrijfsuren 6.3 Menu Setpoint Regeldrukwaarden Tabel 16: Maximale regeldrukwaarden 6.3.1 SP: instelling van de setpoint druk 6.3.2 Instelling van de hulpdrukwaarden...
6.3.2.1 P1: instelling van de hulpdruk 1 6.3.2.2 P2: instelling van de hulpdruk 2 6.3.2.3 P3: instelling van de hulpdruk 3 6.3.2.4 P4: instelling van de hulpdruk 4 Voorbeeld: SP = 3,0 [bar]; RP = 0,5 [bar]; geen hulpdrukfunctie actief: Gedurende de normale werking is de installatie op een druk van 3,0 [bar].
6.4.2 VP: weergave van de druk 6.4.3 C1: weergave van de fasestroom 6.4.4 PO: Weergave van het afgegeven vermogen 6.4.5 RT: instelling van de draairichting 6.4.6 VF: weergave van de stroming 6.5 Menu Installateur 6.5.1 RC: instelling van de nominale stroom van de elektropomp Als de ingestelde parameter lager is dan de correcte waarde, zal gedurende de werking de fout “OC”...
6.5.2 RT: instelling van de draairichting 6.5.3 FN: instelling van de nominale frequentie FN is de parameter ingesteld op 50 [Hz] en is het noodzakelijk de correcte, op de pomp vermelde waarde in te stellen. 6.5.4 OD: Installatietype BELANGRIJK: 6.5.5 RP: Instelling van de drukvermindering voor herstart...
Afbeelding 17:Iinstelling van de druk voor herstart 6.5.6 AD: configuratie adres 6.5.7 PR: druksensor Instelling van de druksensor Tabel 17: instelling van de druksensor De instelling van de druksensor hangt niet af van de druk die u wilt genereren, maar van de sensor die u op de installatie monteert.
Tabel 18: meeteenheidsysteem 6.5.9 FI: instelling debietsensor Instelling van de debietsensor Waarde Type gebruik Opmerkingen Tabel 19: instellingen van de debietsensor 6.5.9.1 Werking zonder debietsensor...
6.5.9.3 Werking met algemene debietsensor 6.5.10 FD: instelling diameter van de leiding 6.5.11 FK: instelling van de omzettingsfactor pulsen / liter...
Tabel 20: Diameters van de leidingen, omzettingsfactor FK, toegestane minimum- en maximumstroming LET OP: lees altijd de installatie-aanwijzingen de fabrikant in acht en neem de compatibiliteit van de elektrische parameters van de debietsensor en die van de inverter in acht en zorg ervoor dat de aansluitingen exact overeenstemmen.
6.5.14 SO: Factor bedrijf zonder vloeistof 6.5.15 MP: Minimumdruk voor uitschakeling wegens ontbreken van water Als MP=0 (default) ,wordt de detectie van bedrijf zonder vloeistof overgelaten aan het debiet of aan de factor voor bedrijf zonder vloeistof SO; 6.6 Menu Technische service 6.6.1 TB: tijd blokkering wegens ontbreken water 6.6.2...
6.6.3 T2: uitschakelvertraging 6.6.4 GP: coëfficiënt van proportionele stijging Voor vrijwel alle installaties zijn de in de fabriek ingestelde parameters GP en GI echter optimaal. 6.6.5 GI: coëfficiënt van integrale stijging 6.6.6 FS: maximale rotatiefrequentie 6.6.7 FL: Minimale rotatiefrequentie...
6.6.8 Instelling van het aantal inverters en van de reserves 6.6.8.1 NA: actieve inverters 6.6.8.2 NC: gelijktijdig werkende inverters 6.6.8.3 IC: configuratie van de reserve Een pompgroep die bestaat uit 2 inverters (N=2 automatische gedetecteerd) waarvan 1 ingesteld als actief (NA=1), één met gelijktijdige werking (NC=1 of NC=NA aangezien NA=1 ) en één als reserve (IC=reserve op één van de twee inverters).
Pagina 58
Een pompgroep bestaande uit 2 inverters (N=2 automatisch gedetecteerd) waarin alle inverters actief en gelijktijdig werkend zijn (fabrieksinstellingen NA=N en NC=NA) en één als reserve (IC=reserve op één van de twee inverters). Het effect zal als volgt zijn: de niet als reserve geconfigureerde inverters start nog steeds als eerste, indien de opgebrachte druk te laag is zal ook de tweede, als reserve geconfigureerde inverter starten.
6.6.12 AE: activering van de antiblokkeerfunctie 6.6.13 Set-up van de digitale hulpingangen IN1, IN2, IN3, IN4 Fabrieksconfiguraties van de digitale ingangen IN1, IN2, IN3, IN4 Ingang Waarde Tabel 21: fabrieksconfiguratie van de ingangen Overzichtstabel van de mogelijke configuraties van de digitale ingangen IN1, IN2, IN3, IN4 en van hun werking Waard Functie die is toegekend aan de algemene...
6.6.13.1 Deactivering van de functies die zijn toegekend aan de ingang 6.6.13.2 Instelling functie externe vlotter Gedrag van de functie externe vlotter in functie van INx en van de ingang Waarde Configuratie Weergave op Parameter Status ingang Werking ingang display Tabel 23: Functie externe vlotter 6.6.13.3 Instelling functie ingang hulpdruk...
Gedrag van de functie hulpdruk in functie van INx en van de ingang Waarde Configuratie Weergave op Parameter Status ingang Werking ingang display Tabel 24: Hulp-setpoint 6.6.13.4 Instelling activering van het systeem en reset fouten Gedrag van de functie activering van het systeem en herstel fouten in functie van INx en van de ingang Waarde Configuratie...
6.6.13.5 Instelling van de detectie van lage druk (KIWA) Gedrag van de functie activering van het systeem en herstel fouten in functie van INx en van de ingang Waarde Configuratie Weergave op Parameter Status ingang Werking ingang display Tabel 26: Detectie van het lagedruksignaal (KIWA) 6.6.14 Set-up van de uitgangen OUT1, OUT2 Fabrieksconfiguraties van de uitgangen Uitgang...
6.6.14.1 O1: instelling functie uitgang 1 6.6.14.2 O2: instelling functie uitgang 2 Configuratie van de aan de uitgangen gekoppelde functies OUT1 OUT2 Tabel 28: configuratie van de uitgangen 6.6.15 RF: Reset van de fout- en waarschuwingenhistorie 6.6.16 PW: instelling wachtwoord...
7 BEVEILIGINGSSYSTEMEN Alarm in de fouthistorie Indicatie display Beschrijving Tabel 29: Alarmen Condities voor blokkering Indicatie display Beschrijving Tabel 30: indicatie van de blokkeringen 7.1 Beschrijving van de blokkeringen 7.1.1 “BL” Blokkering wegens ontbreken water...
7.1.2 “BPx” Blokkering wegens defect op de druksensor 7.1.3 "LP" Blokkering wegens lage voedingsspanning 7.1.4 "HP" Blokkering wegens hoge interne voedingsspanning 7.1.5 "SC" Blokkering wegens directe kortsluiting tussen de fasen van de uitgangsklem Dit heeft hoe dan ook geen effect voordat er 10 seconden zijn verstreken vanaf het moment waarop de kortsluiting zich voordeed.
Pagina 67
Automatisch herstel van foutcondities Indicatie display Beschrijving Automatische herstelprocedure Tabel 31: Automatisch herstel van de blokkeringen...
8 RESET EN FABRIEKSINSTELLINGEN 8.1 Algemene reset van het systeem 8.2 Fabrieksinstellingen 8.3 Herstel van de fabrieksinstellingen...
Pagina 69
Fabrieksinstellingen AD 2.2 AC AD 5.5 AC AD 15.0 AC installatie AD 1.5 AC AD 4.0 AC AD 11.0 AC opmerkingeninstallatie opmerkingen AD 1.0 AC AD 3.0 AC AD 7.5 AC Identificatiecode Beschrijving Waarde Tabel 32: fabrieksinstellingen...