Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van De Alarmmeldingen; Dit Zijn De Mogelijke Alarmmeldingen - Elledi STAR8 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

9. Beschrijving van de alarmmeldingen

Als er een storing optreedt, wordt de printplaat geactiveerd en signaleert deze de betreffende storing en gaan de alarm-LED-lampjes (LED-
lampje alarm aan) branden en worden er geluidssignalen geactiveerd.

Dit zijn de mogelijke alarmmeldingen:

! BELANGRIJK
9.1 Power black-out (Stroompanne)
Tijdens de werking van de kachel kan er een stroompanne optreden. Bij het herstarten, als de duur van de stroompanne lager is dan parameter
PR48, start de kachel in de WORK-modus, anders zal het alarm worden geactiveerd. Op het display verschijnt het bericht "Al 1 alar al 1 Blac-
out " en de kachel wordt uitgeschakeld.
9.2 Fume temperature probe alarm (Alarm rookgastemperatuursonde)
Als dit alarm wordt geactiveerd, is er een storing bij de rookgassonde. De kachel schakelt in de alarmstatus en het alarm-LED-lampje gaat
branden (LED-lampje alarm aan). Op het display van de kachel verschijnt het bericht "Al 2 alar al 2 Fume probe" en de kachel wordt uitgeschakeld.
9.3 Fume overtemperature alarm (Alarm temperatuur rookgassen te hoog)
Dit alarm wordt geactiveerd als de rookgassonde een temperatuur detecteert die hoger is dan een vooraf ingestelde waarde, dewelke niet als
parameter kan worden gewijzigd. Op het display verschijnt het bericht "Al 3 alar al 3 Fumes hot " en de kachel wordt uitgeschakeld.
9.4 Fume encoder faulty alarm (Alarm storing rookgascodering)
Deze alarmmelding verschijnt als er een storing optreedt bij de ventilator voor afvoer van de rookgassen. De kachel schakelt in de alarmstatus
en op het display verschijnt het bericht "Al 4 alar al 4 Fume extrac - faulty".
9.5 No ignition alarm (Alarm geen ontsteking)
Verschijnt wanneer de opstartfase mislukt. Dit gebeurt als, zodra de bij parameter PR01 ingestelde tijd verstreken is, de temperatuur van de
rookgassen de waarde van parameter PR13 niet overschrijdt. Op het display verschijnen de woorden "Al 5 alar al 5 Ignition failure" en de kachel
schakelt in de alarmstatus
9.6 No pellet alarm (Alarm geen pellets)
Dit alarm verschijnt tijdens de operationele fase, als de temperatuur van de rookgassen onder de waarde van parameter PR13 daalt. Op het
display verschijnen de woorden "Al 6 alar al 6 No pellet" en de kachel schakelt in de alarmstatus.
9.7 Thermal breaker overtemperature alarm (Alarm te hoge temperatuur thermische zekering)
Verschijnt wanneer de hoofdveiligheidsthermostaat een temperatuur detecteert die hoger is dan de activeringswaarde. De thermostaat wordt
geactiveerd en schakelt de voerschroef uit, omdat deze standaard op de toevoerlijn gemonteerd is, en de sturing grijpt in door de alarmstatus
te signaleren (LED-lampje alarm aan) op het display verschijnt het bericht "Al 7 alar al 7 Thermal - breaker" en de kachel wordt uitgeschakeld.
9.8 No vacuum alarm (Alarm geen vacuüm)
Wordt geactiveerd wanneer het externe onderdeel van de thermostaat een drukwaarde/vacuümwaarde lager dan de activeringswaarde
detecteert. De drukschakelaar wordt geactiveerd en schakelt de voerschroef uit, omdat ze in serie geschakeld zijn, en de sturing signaleert de
alarmstatus (LED-lampje alarm aan) op het display verschijnt het bericht "Al 8 alar al 8 No vacuum-". De kachel wordt uitgeschakeld.
Handboek voor gebruik en onderhoud STAR8-10-12, FUSION8, FLATTY
Origine dell'allarme
Oorzaak alarm
Stroompanne
Black-out energetico
Temperatuursonde rookgassen
Sonda temperatura fumi
Temperatuur rookgassen te hoog
Sovratemperatura fumi
Storing rookgascodering
Encoder fumi guasto
Geen ontsteking
Mancata accensione
No pellet
Assenza pellet
Temperatuur thermische zekering te hoog
Sovratemperatura sicurezza termica
Geen vacuüm
Assenza depressione
Elke alarmmelding zorgt ervoor dat de kachel onmiddellijk wordt uitgeschakeld. De alarmstatus wordt
bereikt na tijdspanne PR11, M.U.V. HET STROOMPANNE-ALARM, en deze kan gereset worden door
de druktoets P3 enkele seconden in te drukken. Omwille van de veiligheid wordt bij elke alarmreset
de uitschakelfase van de kachel geactiveerd. Tijdens de alarmfase zal het alarm-LED-lampje altijd
blijven branden (LED-lampje alarm aan) en, als de zoemer geactiveerd is, zal er een intermitterend
geluidssignaal hoorbaar zijn. Als het alarm niet gereset wordt, zal de kachel echter worden uitgeschakeld
en de alarmmelding blijft aanwezig op het display.
Gegevens op display
Visualizzazione display
AL 1 ALAR AL 1BLAC-OUT
AL 1 ALAR AL 1STROOMPANNE
AL 2 ALAR AL2 SONDA FUMI
AL 2 ALAR AL2 TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN
AL 3 ALAR AL3 TEMPERATUUR ROOKGASSEN TE HOOG
AL 3 ALAR AL3 HOT FUMI
AL 4 ALAR AL 4 ASPIRAT-GUASTO
AL 4 ALAR AL5 STORING ROOKGASCODERING
AL 5 ALAR AL 5 MANCATA ACCENS-
AL 5 ALAR AL5 GEEN ONTSTEKING
AL 6 ALAR AL 6 MANCANO PELLET
AL 6 ALAR AL6 GEEN PELLETS
AL 7 ALAR AL 7 SICUREC– TERMICA
AL 7 ALAR AL7 TEMPERATUUR THERMISCHE ZEKERING TE HOOG
AL 8 ALAR L8 GEEN VACUÜM
AL 8 ALAR AL 8 MANCA DEPRESS-
01/07/2014
Page 22

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Star10Star12

Inhoudsopgave