Overige uitrusting
Gasregelaar (2)
Met de gasregelaar wordt het toerental en het
vermogen van de motor geregeld. De gasregelaar
kan niet worden geactiveerd zonder dat de
gasregelvergrendeling (4) is ingedrukt.
Ventilatorkap (7)
De ventilatorkap (7) en de ventilator (13) zorgen
voor de juiste doorstroming van de lucht door de
bladblazer.
Inspectiegat (225B
Onder de ventilatorkap bevindt zich een inspectiegat
dat wordt gebruikt bij het schoonmaken en het
inspecteren van de ventilator.
Wanneer een zuighulpstuk wordt gebruikt, dient dit
te worden gemonteerd in de opening van het
inspectiegat. Zie pagina 18.
!
WAARSCHUWING!
De bladblazer mag nooit worden
gestart als het inspectiegat niet
gesloten of beschadigd is, of niet
gesloten kan worden. Dit geldt niet
wanneer een zuighulpstuk is
aangesloten.
Messen (225B
X-SERIES
Op het ventilatorwiel bevinden zich twee messen.
De messen dienen bladeren en rommel te
versnijden vóórdat deze bij het zuigen de ventilator
passeren.
Mondstuk (14) en buis (15)
Mondstuk en buis worden op de bladblazer
gemonteerd met een zg. bajonetsluiting. De buis
transporteert de lucht naar het mondstuk waar de
snelheid toeneemt en de luchtstraal wordt gevormd
voor het verkrijgen van optimaal resultaat.
10
– Nederlands
BESCHRIJVING
) (11)
X-SERIES
) (12)
2
7
13
15
14
4
12
11