goede ventilatie van de werkruimte. De in uw land gel-
5 Bediening
5.1 Voorbereiden
5.1.1 Stofmodule monteren 2
AANWIJZING
Een vol filter kan leiden tot overmatige stofontwikkeling en
dient daarom regelmatig te worden leeggemaakt. Draag
hierbij een stofmasker.
AANWIJZING
De in de stofmodule geïntegreerde zuigventilator wordt
nl
via een steekkoppeling door de motor van het apparaat
aangedreven. De tanden van de rotoras grijpen in de
vertande steekhuls van de as van de stofmodule.
5.1.2 Stofmodule demonteren
ATTENTIE
De aandrijfpen van de stofmodule kan na een belasting
heet worden. De aandrijfpen niet aanraken.
1.
Druk op de ontgrendeling en houdt deze ingedrukt.
2.
Trek de stofmodule naar beneden van het apparaat
af.
5.1.3 Diepte-instelling 3
AANWIJZING
Normaal gesproken is de slag afgestemd op een (totale)
boorlengte van 150 mm, hetgeen overeenkomt met een
boorwerklengte van 100 mm. Voor kortere boren moet
de slag worden aangepast.
ATTENTIE Bij het openen van de sluitring wordt
1.
de telescoop ontgrendeld en kan tot 110 mm naar
buiten komen. Draag een veiligheidsbril.
Open de afsluitring.
2.
Druk het apparaat met ingebrachte boor tegen de
wand, totdat de boor de wand raakt.
3.
Sluit de afsluitring.
5.1.4 Boordiepte instellen (diepteaanslag) 4
AANWIJZING
Wanneer er voor bijv. het boren van deuvelgaten een
exacte boordiepte nodig is, dan dient u deze met behulp
van proefboringen vast te stellen.
6 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal
de stekker
bij
apparaten
die
rechts-/linksloopschakelaar in de middelste stand.
28
uit
het
stopcontact
op
accu's
werken
dende voorschriften voor de te bewerken materialen
in acht nemen.
1.
Open de aanslag.
2.
Verschuif de aanslag tot de gewenste boordiepte.
3.
Sluit de aanslag.
5.2 Gebruik
ATTENTIE
Neem de handleiding van de gebruikte Hilti boorha-
mer in acht. Om het risico van letsel te voorkomen
dient u de module alleen samen met de in hoofdstuk
2 genoemde apparaten te gebruiken.
WAARSCHUWING
Neem ten aanzien van stoffen die schadelijk zijn voor
de gezondheid (bijv. asbest) beslist de nationale voor-
schriften in acht.
5.2.1 Stofreservoir leegmaken 5
AANWIJZING
Een vol filter kan leiden tot overmatige stofontwikkeling en
dient daarom regelmatig te worden leeggemaakt. Draag
hierbij een stofmasker.
1.
Houd het apparaat waterpas en laat het kort lopen.
Hierdoor worden de stofresten die zich in de stofmo-
dule hebben afgezet in het stofreservoir gezogen.
2.
Druk op de toets en houdt deze ingedrukt.
3.
Trek het stofreservoir naar beneden uit de stofmo-
dule.
4.
Maak het stofreservoir leeg door het licht uit te klop-
pen en voorkom hierbij overmatige stofontwikkeling.
5.
Schuif het lege stofreservoir van onderaf in de stof-
module tot het inklikt. Wanneer u een nieuw stofre-
servoir inbrengt, dient u eerst het veiligheidsdeksel
te verwijderen.
5.2.2 Afzuigkop vervangen 6
1.
Trek de rib op de achterzijde van de afzuigkop terug.
2.
Trek de oude afzuigkop naar boven uit de geleiding.
3.
Druk de nieuwe afzuigkop in de geleiding tot hij
inklikt.
6.1 Verzorging van het gereedschap
of
zet
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van
de
uw gereedschap tegen corrosie door het af en toe in te
wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek.