Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage Van Het Bewateringssysteem - Irrigatia L Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Instructies: Irrigatia Automatische Bewateringskits op Zonne-energie C12 & C24
Smart Controller
De batterijen die
in de controller zijn
geïnstalleerd, worden
opgeladen door zonlicht
dat wordt opgevangen door het zonnepaneel
en worden gebruikt om de pomp van stroom
te voorzien. De pomp pompt water uit het
watervat en naar uw planten. De pomp start
bij daglicht om de 3 uur en stopt wanneer de
batterijen dalen tot 3V. NB: de batterijen zijn
3 x AA oplaadbare, 1,2 V NiMH-batterijen
tussen 600 en 1800 mAh.
Filter en
waterniveausensor
Het filter voorkomt dat vuil
de pomp of druppelaars
blokkeert. Hij wordt op
het uiteinde van de inlaatbuis gemonteerd en
bevindt zich op minimaal 10 cm van de bodem
van het vat. De watersensor wordt met de
meegeleverde kabelbinders zodanig aan de
inlaatbuis bevestigd dat de ene sonde zich 2 cm
boven het filter bevindt en de andere daaronder
hangt. Er bevindt zich een schroefconnector op
de draad dichtbij de controller voor het geval
deze moet worden verwijderd.
De waterniveausensor kan worden
uitgeschakeld - zie diagram 2B. Ook kunt
u de sensor aan laten staan maar de
zoemer uitzetten.
Montage van het bewateringssysteem (pagina 2-3)
1
Batterijen
De kit wordt normaal gesproken met
batterijen geleverd. Houd er rekening mee
dat de eerste keer dat de controller wordt
ingeschakeld, deze in werking blijft totdat
de spanning van de batterijen gedaald
is tot 3 volt, dit kan 2 tot 3 uur duren.
Om op dit moment teveel bewatering
te voorkomen kan het water worden
teruggevoerd naar het watervat
(diagram 4). Gebruik 3 x AA oplaadbare
NiMH-batterijen tussen 600 en 1800 mAh.
Houd er rekening mee dat extern opgeladen
en vervangende batterijen ook leeg
moeten raken.
2
Controller
(A) De controller moet op een muur of
paal worden geïnstalleerd op een zonnige
plaats en minstens 30 cm hoger dan het
vat. Hij mag niet worden neergelegd.
Om hem in de zon te krijgen, kan hij op
4
Anti-sifon apparaat
Het anti-sifonapparaat
is nodig indien de eerste
druppelaar lager is dan
de waterbron. Hij moet
op de toevoerslang worden bevestigd
tussen de pomp en de eerste druppelaar
en moet hoger zijn dan de waterbron.
Het doel is om nadruppelen te voorkomen
zodra de pomp is gestopt. Het is een
eenrichtingsklep die werkt door opening,
zodat er lucht in de buis kan om sifon te
onderbreken wanneer de pomp stopt.
Buis
De buis wordt gebruikt
om water uit het vat
te halen en aan uw
planten te leveren. Er zijn
verlengkits van 30 m verkrijgbaar als er
een extra slang nodig is.
Druppelaars
Planten worden door de
druppelaars voorzien
van een gecontroleerde
hoeveelheid water. Deze
moeten in potten of in de buurt van de te
bewateren planten worden geplaatst. De
druppelaars in de buisuiteinden duwen. Het
bewateringssysteem werkt alleen indien
aan elk buisuiteinde een druppelaar zit.
een afstand van het vat zijn (er zijn 5 m
draden op de watersensor aanwezig)
en kan hij zich tot 2 m hoger bevinden
dan het vat - tot 5 m als het gevuld is
(bezig met water pompen) en dan naar
zijn plaats wordt opgetild. (B) Hij kan tot
20 m van het vat worden geplaatst als
de watersensor wordt losgeschroefd van
de connector buiten de controller en de
rode schakelaar op de printplaat in de
UIT-stand wordt gezet. Het kan ook op
een afstand van het vat zijn als er een
optionele reservoirkit wordt gebruikt,
in welk geval de watersensor nog steeds
kan worden gebruikt.
3
Aansluiting op het watervat
(A) Boor een gat van 5,5 mm nabij de
bovenkant van het watervat - boven de
waterlijn maar laag genoeg om het deksel
normaal te gebruiken. (B) Steek de buis
door het gat en bevestig het filter aan het
uiteinde. Als u de watersensor gebruikt,
is er een gat van minimaal 8 mm nodig
Stokken
Deze worden gebruikt
om de druppelaars en
buizen op hun plaats
te houden, de buizen
eraan vastklemmen om te bevestigen.
T-stukken
Snijd en sluit de buis
m.b.v. t-stukken aan
om de inrichting van
de irrigatie aan uw
behoeften aan te passen. De buis moet
volledig worden aangedrukt om lekkage
te voorkomen.
Spuit
Met een kort stuk buis
eraan bevestigd kan
deze worden gebruikt
voor het doorspoelen van
de druppelaars en het
spoelen van de pomp (inlaat naar uitlaat)
als deze verstopt of geblokkeerd raakt.
Voordat de pomp voor de eerste keer
wordt gebruikt, moet de pomp worden
gevuld door water in de inlaat te
spuiten (gemarkeerd met I).
om deze door te voeren. Ze kunnen met
de meegeleverde kabelbinders op de
buis boven het filter worden bevestigd,
zodat de ene 2 cm boven het filter zit en
de andere onder het filter hangt. (C) De
buis moet nu zo worden afgesteld dat het
filter ongeveer 10 cm boven de bodem
van het vat hangt. (D) Nu kan de buis op
lengte worden gesneden (laat een beetje
reserve over) zodat het andere uiteinde op
de pompinlaat (gemarkeerd met I) aan de
linkerkant van de controller kan worden
aangesloten. Sluit de waterniveausensor
aan op de controller.
4
Controleer de controller
Sluit een stuk toevoerbuis dat lang genoeg
is om uw eerste plant te bereiken op de
pompuitlaat (gemarkeerd met O) aan,
maar leid hem terug naar het vat. Zet
de pomp aan, als de batterij opgeladen
is begint deze de lucht uit de buis te
pompen en kort daarna (afhankelijk van
de lengte van de inlaatbuis) begint hij

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C12C24

Inhoudsopgave