Controleer het waterniveau in de waterafscheider onder het reduceerventiel, laat het water
-
af indien nodig. (C)
Controleer de olietoevoer snelheid van de olievernevelaar door het pedaal van de
-
hieldrukker 3 to 4 keer in te drukken. Laat hierbij de hieldrukker zijn volledige beweging
maken. Hierbij moeten 1 tot 2 druppels olie vallen, dit is te zien via het kijkglaasje op de
olievernevelaar (D). Indien dit niet het geval is kunt u de vernevelaar afstellen met het
stelschroefje bovenop. (E)
Controleer de spanning van de aandrijfriem en span deze op indien nodig met stelbouten
-
"A" en "B". (F)
A
C
E
B
D
F
22